De wereldberoemde meubelen van de firma De Coene leven ook in de eenentwintigste eeuw nog verder. Dit met dank aan verzamelaar en archivaris Noël Hostens. Twintig jaar (1995) nadat in het Bouwcentrum Pottelberg in Kortrijk een grote retrospectieve werd gehouden over het meubeldesign van De Coene in de periode 1900 tot 1975, besloot Hostens om het De Coene erfgoed zo goed mogelijk te inventariseren en te beheren. Een mega opdracht waar hij wonderwel in slaagde. In 1975, veertig jaar geleden, kwam de firma De Coene na vereffening, in handen van de firma Potteau uit Heule en van de Nederlandse firma IBC. Jozef “Seppe” De Coene, boegbeeld en visionair ondernemer, stierf in 1950. Na de oorlog werd hij beschuldigd van collaboratie, iets wat hij altijd ontkend heeft. Zijn gereputeerde firma werd door de aantijgeningen mede onthoofd. Maar iedereen was het over één zaak eens: het Kortrijkse meubel was tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw wereldwijd top.
Volgens verzamelaar Noël Hostens was 2015 een bijzonder jaar voor de verdere inventarisatie. Zo kwam hij er achter dat de firma De Coene in 1939 deel nam aan de Wereldtentoonstelling van New York. België had daar toen een paviljoen gebouwd naar een ontwerp van Henry van de Velde en Léon Stynen. Zoals op de vorige wereldtentoonstellingen van Parijs (1925), Antwerpen (1930), Brussel (1935) en Parijs (1937) tekende De Coene ook in New York present. Maar vermoedelijk keerden de meubels na 1939-1940 niet naar Kortrijk terug omwille van de oorlogssituatie. Hostens doet daarom een oproep naar de goegemeente in de hoop meer informatie in te winnen over die periode. (KC)
