Oostende PortOostende_Vole-au-vent_Aura_GeosurveryorXVII_2019-11-08

De blauwe economie geeft Oostende vleugels

OOSTENDE – Wie de skyline van Oostende in de gaten houdt, merkte al op dat het installatieschip van Jan De Nul Group, de Vole au vent, niet meer aan de REBO terminal ligt. Deze heeft haar project in Haven Oostende afgerond en heeft nu plaats gemaakt voor andere installatieschepen waaronder de Bold Tern van Fred Olsen.

De Vole au vent plaatste de afgelopen zes maanden de funderingen van het Northwester 2 windpark: 23 funderingen voor de windturbines en 1 fundering voor het hoogspanningsstation. De bouw van het windpark, op 55 km voor de kust van Oostende, gaat nu de volgende fase in. De Vole au vent wordt in Schiedam voorbereid om de windturbineonderdelen (wieken, torenelementen en gondels) vanuit Vlissingen te installeren op de funderingen. De ingebruikstelling van Northwester 2 gebeurt dan terug vanuit Oostende, met het schip Acta Orion dat vanaf eind november tweewekelijks de haven zal aanlopen. In 2020 moet Northwester 2 operationeel zijn.

Installatie elektriciteitskabel

Ondertussen is Van Oord vanuit Oostende bezig met de installatie van de elektriciteitskabel van windpark Norther. Dat is het dichtste windpark voor de kust, op 23 km van Oostende en telt 44 windturbines van MHI Vestas. De installatie van deze kabel gebeurt met de kabellegger Nexus. Van Oord organiseert vanuit Oostende ook het transport van de offshore techniekers die de Nederlandse windparken Borssele 3 en 4 onderhouden. In principe deze week verwacht Haven Oostende de Bold Tern, die gedurende zes maanden vanuit Oostende onderhoudswerken zal uitvoeren aan de bladen van de windparken Nobelwind, Belwind en Northwind.

Druk jaar op komst

2020 wordt een druk jaar op de Oostendse REBO terminal. Naar analogie met de bouw van windpark Rentel in 2018, bouwen Otary en Siemens Gamesa het tot nu toe verste (57 km voor de kust van Oostende), grootste en tevens laatste windpark in de huidige concessiezone: SeaMade; met 58 turbines van 8.4 MW goed voor een totale capaciteit van 487 MW. Opnieuw zullen gondels, torenelementen en bladen op de REBO terminal toekomen, gestockeerd en voorbereid worden voor de installatie op zee. Meer dan de helft van de funderingen werden reeds geïnstalleerd in de concessiezone en de bedrijvigheid loopt verder doorheen 2020.

Om verdere installatie- en onderhoudswerkzaamheden naar Oostende te halen, blijft REBO zich internationaal profileren. Van 26 tot 29 november vindt in Kopenhagen de internationale offshore windbeurs plaats, een organisatie van WindEurope. Haven Oostende en REBO stellen zich daar samen met  16 andere Belgische bedrijven voor aan de topspelers uit de blauwe energie business. “De continuïteit van de offshore wind activiteiten toont aan dat Oostende dé offshore wind hub voor het Zuidelijk Deel van de Noordzee is. De ontwikkeling en het onderhoud van de windparken op zee zijn momenteel de belangrijkste onderdelen van de blauwe economie.”  licht Dirk Declerck, CEO Haven Oostende toe.