De Blanckaert internet

De Blankaart herbergt uniek project van slim waterbeheer

DIKSMUIDE – Dankzij een duizendtal innovatieve sensoren, Internet of Things en geavanceerde software, krijgt West-Vlaanderen een uniek en intelligent waterbeheersysteem waardoor zowel kwaliteit als kwantiteit van het water in real time kunnen opgevolgd en aangestuurd worden. Het baanbrekende pilootproject werd recent voorgesteld in De Blankaart in Diksmuide, en dit in aanwezigheid van gouverneur Carl Decaluwé en minister-president Geert Bourgeois.   

Vlaanderen kan zich met dit nieuwe systeem beter wapenen tegen de groeiende dreiging van wateroverlast, waterschaarste en waterverontreiniging. Een aantal vooraanstaande bedrijven en onderzoeksinstellingen bundelen de krachten voor dit project van groot maatschappelijk belang. De vijf partners van het project – VITO, De Watergroep, Aquafin, imec en Vlakwa – hebben tevens de ambitie om van Vlaanderen de internationale koploper te maken inzake slim waterbeheer via de toepassing van innovatieve digitale technologieën.
De sensoren zijn afkomstig van imec, werelds toonaangevende labo voor technologische toepassingen. Concreet willen alle betrokken partners inzicht krijgen in hoe nauwkeurig er gemeten kan worden, welke technische uitdagingen er liggen om de betrouwbaarheid en schaalbaarheid van een uitgebreid netwerk te garanderen, en hoe de uitkomsten op een duidelijke manier te visualiseren en voor iedereen beschikbaar te maken. Dat de Vlaamse overheid de noodzaak inziet van dit innovatieve waterbeheersysteem bewijst het engagement van de Vlaamse regering om tot een robuust watersysteem te komen.
“Het toegepast onderzoek heeft een grote meerwaarde voor het watersysteem zodat dit ten dienste staat van zowel watergebonden transport, industrie, landbouw, wonen, natuur, drinkwaterbedrijven, enzovoort”, aldus Dirk Van Der Stede, CEO van Vlakwa (het in Kortrijk gevestigde Vlaams Kenniscentrum Water). “Bovendien onderstreept dit project nog eens de knowhow waarover Vlaanderen beschikt en bewijst wereldtop te zijn. deze kennis kunnen we ook valoriseren op internationaal vlak.”