Dag van het Familiebedrijf 2024-123 (3)

Dag van het Familiebedrijf sloopt het laatste taboe: het loon van CEO’s en managers

KORTRIJK, GENT - Op de Dag van het Familiebedrijf - elk jaar een hoogstaande hoogmis over het thema familiebedrijven - werd een cruciaal onderwerp aangesneden: het loon en de eventueel bijhorende vergoedingen die CEO's en managers verdienen in familiebedrijven. Een hele resem factoren blijken bepalend, maar de grootte van het bedrijf in kwestie speelt de meest doorslaggevende rol. Tijdens het event dat door meester en expert in de materie Jozef Lievens (zie foto) wordt georganiseerd, stelde het headhunter bedrijf Altior ook een exclusieve studie voor over verloning.  

Het event startte met een bijzonder grappig gemaakte video waarin via straatinterviews bij Jan met de Pet en An met de handtas gepeild werd naar het loon dat CEO’s of managers verdienen. De vox populi ging alle richtingen uit. Volgens één heerschap verdient de CEO van een gemiddeld familiebedrijf 2.000 euro per maand, iemand anders zag het veel groter en mikte op een maandelijkse vergoeding van 80.000 (sic!) euro.

Verloning is één van de laatste grote taboes en de Dag van het Familiebedrijf peilde terzake naar meer diepgang. “Het loon van een CEO of een manager is niet alleen taboe, maar het roept binnen familiebedrijven ook veel vragen en nog meer discussies op”, zo zei Jozef Lievens in een inleidende beschouwing op het thema. “Sowieso is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen vier verschillende categorieën als het over verloning binnen familiebedrijven gaat: managers, aandeelhouders, bestuurders en contractanten. Voor elk van hen gelden andere regels.”

Wat is juiste prijs?

Professor Bart Wille (U Gent) wees er op dat de notie loon doorheen de jaren grondig is veranderd. Vroeger stond loon gelijk aan een vergoeding voor het gepresteerde werk. “Nu heeft loon ook nog een bijkomende functie als motivator. Alhoewel loon natuurlijk niet de enige motivator is: binnen familiebedrijven merk je ook veel goesting om de traditie verder te zetten vanuit een soort commitment. In die zin moet je het belang van loon ook wat relativeren.”

Bart Wille gaf ook een glashelder antwoord op de vraag wat een correcte vergoeding is voor een CEO of manager. “Er speelt een objectieve en een subjectieve parameter”, aldus Wille. “In principe zou je kunnen zeggen: loon naar werken. Maar in de praktijk ligt dat complex en is het moeilijk te beoordelen. En moet iedereen binnen een managementcomité evenveel verdienen? Het zijn zaken die niet evident zijn. Idem dito met het toekennen van bonussen binnen familiebedrijven. Het lijkt best aantrekkelijk om bonussen toe te kennen, maar hoe objectiveer je de prestaties? Sowieso pleit ik voor het bespreekbaar maken van al die zaken, maar net dat – zo leert de praktijk – is vaak een bron van conflicten binnen familiebedrijven.”

Wat dat laatste betreft, kwam de eigenares van het Zeebrugse familiebedrijf ECS (Christine De Dycker) zorgen voor licht: “Bij ons wordt alles afgeklopt in volledige transparantie en overeenkomstig de spelregels van het family charter dat om de zoveel tijd ook wordt aangepast na grondig overleg”, zei ze. “Overeenkomstig het family charter hebben we ook een renumeratiecomité opgericht om de zaken bespreekbaar te maken en te objectiveren waar nodig en nuttig.”

Exclusieve studie

Christophe Leenknecht van het headhunterkantoor Altior uit Waregem kwam een nieuwe survey voorstellen. Vooraf wees hij erop dat er zich een belangrijke trend voordoet op C-niveau (management). “Meer en meer managers verkiezen zelfstandig te opereren via een eigen management vennootschap in plaats van te figureren als loontrekkende”, aldus Leenknecht. “Dat heeft twee fundamentele redenen. Een: een fiscaal voordeel. Twee: het voordeel van een meer beperkte aansprakelijkheid, alhoewel een nieuwe wet daar verandering wil in brengen. In de praktijk zien we dat managers vooral betaald worden volgens een vast bedrag met daar bovenop een jaarlijkse bonus die grotendeels (voor 80 procent) bepaald wordt door het gerealiseerde ebida.”

Dan was het tijd voor concrete cijfers. Uit de bevraging en het onderzoek van Altior, zouden zowel de lonen als de variabele vergoeding schommelen naargelang de taille van een familiale kmo. De tabellen (zie hieronder) tonen de concrete resultaten (de grootorde van verloning, zonder de variabele vergoeding die ook stijgt naargelang de omvang van een bedrijf).

Omzet < € 25 miljoen euro en minder dan 50 werknemers
Cost to company all in: 150.000 tot 175.000 euro en bruto maandsalaris 8.000 euro

Omzet tussen 25 miljoen euro en 100 miljoen euro en 50 tot 100 medewerkers. Cost all in: 175.000 tot 225.000 euro en bruto maandsalaris van 10.000 euro.

Omzet tussen 100  tot 500 miljoen euro en 100 tot 1.000 medewerkers. Cost all in: 200.000 tot 275.000 euro en een bruto maandsalaris van 12.000 euro

Omzet tussen 500 miljoen euro en 1 miljard euro en 500 tot 1.000 medewerkers
Cost all in: 250.000 euro tot 350.000 euro en een bruto salaris van 15.000 euro

Omzet meer dan 1 miljard euro en meer dan 1.000 medewerkers.
Cost all in: 300.000 euro tot 500.000 euro en een bruto salaris van 20.000 euro.

Familiale CEO of extra muros CEO

Merkwaardig tot slot waren ook de conclusies met betrekking tot de verloning van familiale CEO’s tegenover niet-familiale CEO’s. Altior kwam daarbij tot volgende bevindingen:

  • Familiale CEO verdient in het familiebedrijf minder dan wat hij/zij extern kan krijgen (ca. 30%)
  • Soms worden bonussen ontzegd waar niet-familiale managers wèl recht op hebben. Dit leidt tot frustratie(s) en is niet altijd fair voor de familiale CEO die meerwaarde creëert voor het familiebedrijf.
  • Niet-familiale CEO krijgen een vaste vergoeding die significant hoger (30% à 100%) ligt dan die voor familiale CEO’s. Daar bovenop ontvangen zij ook meestal een lange termijn bonus als hefboom voor meerwaarde-creatie.

Klasbak Grégory De Clerck van het familiale investeringsfonds Dovesco kreeg het laatste woord en pleitte voor eenzelfde marktconforme vergoeding voor managers (ongeacht of ze tot de familie behoren of niet) alsook voor lange termijn bonussen in functie van de waardecreatie.