Geen enkele regio die meer kampt met gebrek aan werkwillige werknemers dan Vlaanderen. En toch is nog één op vier van de actieve bevolking niet aan het werk. Hoe verklaar je deze paradox?
Kmo’s zijn hopeloos op zoek naar geschikte arbeidskrachten. Menig KMO-ondernemer zal dit beamen. In enquêtes stelt 87% van onze kmo’s dat het gebrek aan personeel het grootste obstakel is voor hun groei. Met een vacaturegraad van 5% scoort Vlaanderen tweemaal hoger dan het gemiddelde van Europa dat 2,5% is.
En toch heeft Vlaanderen nog een reserve van 120.000 werklozen. Daarnaast zijn er 485.000 lange termijn zieken. Dit is trouwens twee keer zoveel dan 15 jaar geleden en het hoogste van Europa. Volledigheidshalve vermelden we ook de 300.000 huismoeders en -vaders. Ruim gerekend, een potentieel reservoir van ongeveer één miljoen arbeidskrachten. Met het aantal vacatures geschat op 200.000, is het voldoende 20% van die reserve te mobiliseren en de arbeidskrapte is opgelost.
De paradox uitgelegd
Meerdere factoren verklaren de paradox. Ten eerste is de arbeidsmarktrigiditeit de hoogste van Europa. Die wordt gemeten op basis van het aandeel van avondwerk, nachtwerk, ploegenarbeid, weekendwerk, deelarbeid en tijdelijke arbeid in de werkgelegenheid.
Ook hebben niet-werkenden in België zoveel voordelen en vallen werkenden vlug in een hoge belastingschijf zodat de beperkte kloof tussen werken en niet-werken demotiverend is. Op 141 onderzochte landen door het World Economic Forum staat België op de 140ste plaats. Alleen Frankrijk doet het nog slechter. De werk-bonus maakt dit verschil enigszins groter maar heeft ook perverse effecten. Wie immers boven de grens valt, verliest de bonus. Wie 2.500 euro bruto verdient, en wegens goede prestaties 500 euro opslag krijgt, verliest de bonus en houdt netto 135 euro over. Dit komt neer op een belastingvoet van 73%”
“Wie 2.500 euro bruto verdient, en wegens goede prestaties 500 euro opslag krijgt, verliest de bonus en houdt netto 135 euro over. Dit komt neer op een belastingvoet van 73%”
Rudy Aernoudt
Ten derde, ook uniek, hebben de vakbonden een financieel nadeel indien ze mensen aan het werk zetten. Elke werkloze die een job aanneemt betekent minder inkomsten voor de vakbond. Die wordt betaald in functie van het aantal werklozen. Een dalende werkloosheid is een horrorscenario voor hun financiën. Werklozen uitbetalen brengt immers jaarlijks 210 miljoen in het laatje van de vakbondskassen.
Daarnaast is de kwaliteit van ons onderwijs tanend. Eén op vier van de Vlaamse leerlingen is bij het verlaten van de schoolbanken niet in staat om een doorsnee basiszin te begrijpen. Dat is hallucinant. Op de werkvloer kan zoiets problematisch zijn. Overigens zijn de overige competenties vaak niet in overeenstemming met de behoeftes van de kmo’s.
Ten slotte slorpt het overheidsapparaat heel wat arbeidskrachten op. De laatste 25 jaar dikte het ambtenarenapparaat aan met 320.000 mensen om een totaal van 1.062.000 mensen te omvatten. 18% van de Belgen werkt bij de overheid, tegenover 11% in Nederland en 10% in Duitsland. Mensen die de weg vinden naar een risicoloze job bij de overheid – en die zijn ook nodig – zijn niet beschikbaar voor onze kmo’s.
“18% van de Belgen werkt bij de overheid, tegenover 11% in Nederland en 10% in Duitsland. Die mensen zijn niet beschikbaar voor kmo’s.”
Rudy Aernoudt
Hoe omgaan met de paradox?
Voor de kmo’s blijft er weinig manoeuvreerruimte. Werknemers afsnoepen van de concurrenten gaat vaak gepaard met loonsverhogingen en de brutolonen zijn al zo hoog, zeker na de 12% loonstijging vorig jaar. Bedrijven bouwen daarom activiteiten af. Restaurants en cafés sluiten, vooral het weekend, bij gebrek aan personeel. Kmo’s zijn soms genoodzaakt bepaalde opdrachten te weigeren. Daarnaast zijn kmo’s constant aan het innoveren om nog productiever te worden. Maar we zijn al het productiefste land van Europa dus ook daar wordt de marge kleiner. Dat alles fnuikt de groei en de welvaart. Om onze welvaart en die van onze kinderen te behouden moeten wij het gehele arbeidsmarktbeleid, incluis het migratiebeleid, herzien zodat de arbeidsmarkt niet langer dichtslibt.