Het aantal West-Vlaamse starters is in 2015 met 0,8 procent gestegen tegenover het jaar voordien. Hiermee volgt West-Vlaanderen de Vlaamse tendens (2,7 procent), maar dan wel duidelijk minder snel. De positieve trend, die zich al een tijdje heeft ingezet, blijft hoe dan ook duren. Volgens UNIZO West-Vlaanderen is dit een teken dat de economie zich verder herstelt. Nieuwe ondernemingen pompen zuurstof in de economie en zorgen voor extra tewerkstelling.
In Vlaanderen zet de provincie Antwerpen de sterkste prestatie neer. Het aantal starters stijgt er met 5,2 procent tot 13.620. Daarna volgt Oost-Vlaanderen met een stijging van 2,1 procent en Vlaams-Brabant met een stijging van 1 procent. In West-Vlaanderen stijgt het aantal starters met 0,8 procent. In Limburg stijgt het aantal starters het minst, met 0,5 procent. West-Vlaanderen telt het derde grootste aantal starters (8.331). Antwerpen (met 13.620 nieuwe bedrijven) en Oost-Vlaanderen (10.002 nieuwkomers) doen beter. Limburg sluit ook hier de rij met 5.789 starters. Pikant detail: in 2011, toch een crisisjaar, telde West-Vlaanderen alsnog meer starters (8.355) dan in 2015.
Volgens Frederik Serruys, directeur Unizo West-Vlaanderen mot er blijvend werk gemaakt worden van een gunstig ondernemersklimaat. De toegang tot de financiering voor startende ondernemers kan nog altijd beter. Daarnaast moeten alle overheden blijven inzetten op administratieve vereenvoudiging. Ook het aantal reglementeringen, de vele paperassen en de vergunningsvoorwaarden zijn voor kandidaat-ondernemers vaak een belangrijk struikelblok, aldus Serruys. (KC)
