KORTRIJK – In Kortrijk Xpo heeft de Biënnale Interieur de deuren geopend van de 26 editie. In het iconisch revolutiejaar 1968 zette de Kortrijkse designbeurs zichzelf voor het eerst op de kaart. Vandaag de dag worden er om en bij de 270 soortgelijke beurzen georganiseerd, ergens ter wereld. De Interieur editie van 2018 telt 200 exposanten, oogt bijzonder mooi en strekt zich uit over 5 dagen.
Bedrijven die zinvolle ideeën en slimme oplossingen voor een betere leefwereld aanreiken, krijgen steevast een centrale plek op de Kortrijkse hoogmis van het design. Heel wat West-Vlaamse topbedrijven -waaronder Extremis, liquidfloors, Durlet, Kinetura, Orac of Detremmerie – maken dan ook hun opwachting op Hoog Kortrijk. Volgens projectbegeleider Dieter Van Den Storm wil Interieur zich dit jaar een rock & roll gehalte aanmeten. Jong talent en gevestigde waarden uit binnen- en buitenland krijgen er de kans om hun ding te doen. “Alles draait om een combinatie van drie factoren: design, architectuur en kunst”, aldus Dieter Van Den Storm.
Jo Libeer, algemeen directeur van Interieur, heeft ook zijn eigen visie op wat de beurs moet zijn. “Als we het over Interieur hebben, dan hebben we het niet over het aankleden van interieurs of over een zoveelste beurs maar wel over vernieuwing in het maakproces van producten”, aldus Libeer. “Het finale doel van ontwerpers moet er altijd in bestaan om zin te geven aan nieuwe meubelen of andere attributen. Ik volg daarin ene Mark Zückerberg die de menselijke factor -als bron van creativiteit- nog altijd het hoogst inschat, hoger dan pakweg artificiële intelligentie.”
Bij de opening van de beurs bracht Interieur ook hulde aan de Designer van het Jaar. Die eer viel te beurt aan de nog jonge en erg bescheiden ontwerper Frederic Delbart die een grote toekomst wordt voorspeld. Onder meer het creatieve Kuurnse verlichtingsbedrijf Per/Use werkte al samen met Delbart.