De industrie in België trekt aan de alarmbel. Als straks bedrijven in Duitsland nog maar half zoveel moeten betalen voor hun elektriciteit en gas als bedrijven hier in België dreigen veel fabrieken de concurrentieslag te verliezen en de deuren te moeten sluiten. “Als bedrijven in België vanaf januari het dubbele betalen voor elektriciteit, dan wordt de markt hier overspoeld door goedkoper plaatmateriaal uit Duitsland”. Dat zegt Bernard Thiers in een interview met de krant De Tijd.
Bernard Thiers zegt dat hij met lede ogen moet aanzien hoe Duitsland het grof geschut bovenhaalt om de energieprijzen voor de Duitse industrie te verlagen, terwijl bedrijven in België wel de veel hogere marktprijzen betalen. Voor het West-Vlaamse Unilin speelt vooral de hogere elektriciteitsprijs in het nadeel. Met wind- en zonne-energie en twee eigen houtverbrandingsinstallaties kan de producent van plaatmateriaal, vloeren en isolatie de helft van zijn eigen vraag afdekken, maar de andere helft moet het nog altijd aankopen op de markt. “Als dat vanaf januari zal gebeuren tegen prijzen die het dubbele bedragen van die in Duitsland, dan doet dat onze industrie dood’, zegt Thiers aan de krant. “Onze concurrenten in Duitsland zullen hier tegen veel redelijker prijzen hun producten kunnen verkopen en de Belgische markt komen ondermijnen.”
Extra handicap
Unilin, sinds 2005 een onderdeel van de Amerikaanse vloerengigant Mohawk, zag de vraag naar parket, laminaat- en vinylvloeren dit jaar al met 20 tot 30 procent terugvallen. Het legt daarom de fabriek in Wielsbeke stil tijdens de herfst- en de kerstvakantie. Als de Duitse energiesteun een extra kostenhandicap creëert, verwacht Thiers naar eigen zeggen nog vaker in die situatie te belanden. “Nu liggen onze Duitse concurrenten ook soms stil, maar als ze straks goedkopere energie hebben, is het hek van de dam”, zegt Thiers nog. “Dan stromen de goedkopere platen België binnen en zullen wij onze fabrieken moeten stilleggen.”
Geduld op de proef
Om het concurrentienadeel weg te werken, ijvert Thiers ervoor dat de federale regering een deel van de opbrengsten van de overwinstbelasting naar de industrie laat terugvloeien. Op elektriciteit die niet in een gascentrale is opgewekt, gaat de overheid tot halfweg 2023 de inkomsten boven 130 euro per megawattuur afromen.
Het signaal van Thiers is ook een niet mis te begrijpen boodschap aan alle politici, hier of in Europa. “Quosque tandem abutere patientia nostra?” Om het met Catalina te zeggen. Hoe lang nog zal het geduld (van de ondernemers) op de proef worden gesteld?
Of heeft Alexander De Croo al geanticipeerd op die vraag toen hij stelde dat er ons tien moeilijke jaren zouden wachten?