Thiers Bernard

Bernard Thiers (Unilin) zegt voorlopig omwille van humanitaire redenen geen ‘njet’ aan Rusland

WIELSBEKE - Unilin heeft grote belangen in Rusland, wat zich onder meer vertaalt in twee fabrieken (één voor laminaat, één voor vynil) waar ruim 500 mensen aan de slag zijn. Volgens CEO Bernard Thiers van Unilin is het tot nader order niet de bedoeling om die faciliteiten ook op slot te doen omwille van de oorlog. "Onze 558 werknemers in Rusland zijn gewone burgers, gewone families", zegt Bernard Thiers, de CEO van het West-Vlaamse Unilin. ‘Zij hebben niet om de oorlog in Oekraïne gevraagd en worden constant met desinformatie overspoeld. We willen hen dan ook niet extra straffen."    

Bernard Thiers deed zijn op redelijkheid gebaseerd standpunt uiteen in de media (De Tijd). Druk van de aandeelhouders van Mohawk – dat 4 procent van zijn omzet uit Rusland haalt – om de activiteiten daar te sluiten, speelt volgens Thiers niet mee. Zijn lokale Russische management is wel angstig en bezorgd. “Zij werken voor een buitenlandse werkgever en gaan niet akkoord met wat in Oekraïne gebeurt”, zegt de CEO van Unilin. “Maar ze willen ook geen olie op het vuur gooien. Ze zijn bang dat ze in de gevangenis kunnen belanden als we de vestigingen daar zouden sluiten. Dat is ook een van onze grootste bekommernissen: onze medewerkers niet in de problemen duwen.”

Wat met grondstoffen?

De toevoer van grondstoffen uit Rusland dreigt anderzijds wél een acuut probleem te worden. Unilin verbruikt jaarlijks ongeveer 250.000 ton lijm om afvalhout onder hoge druk te persen tot spaan- en mdf-platen. De helft daarvan bestaat uit ureum, een chemische stof waarvan de toevoer voor een derde uit Rusland komt. “Die levering is zo goed als stilgevallen”, zegt Thiers nog in hetzelfde medium. “We kijken uit naar alternatieve toevoer uit Europa en Noord-Afrika. Vier fabrieken in België zijn van die lijmstof afhankelijk. We doen wat we kunnen, maar het is de vraag of we op volle capaciteit kunnen blijven draaien. Dat de productie in april overeind blijft, kan ik niet garanderen. In een worst case scenario moeten we overgaan tot tijdelijke werkloosheid.”