ARDOOIE – Ardo, de West-Vlaamse producent van diepvriesgroenten, sleept de onderscheiding ‘Onderneming van het Jaar 2018’ in de wacht en volgt daarmee de magazijnspecialist WDP op. De award werd dinsdagavond toegekend in Brussel. Twee jaar terug was het West-Vlaamse Vyncke de laureaat.
Ardo, van de familie Haspeslagh, is de marktleider in de Europese sector van diepvriesgroenten. Ruim een kwart van alle diepvriesgroenten die in Europa geconsumeerd worden, komt van het familiebedrijf uit Ardooie. Ze worden onder andere gebruikt in de soepen, kant-en-klare maaltijden en babyvoeding van grote concerns als Unilever, Nestlé en Blédina. Ook de huismerken van zowat alle grote Europese supermarkten (waaronder Carrefour, Tesco en Metro) en grote cateraars voor rusthuizen, ziekenhuizen en scholen halen een groot deel van hun groenten, kruiden en fruit bij Ardo. “Ardo geeft blijk van een gedurfde visie, deugdelijk bestuur, internationalisering en geëngageerd teamwork”, aldus juryvoorzitter Michèle Sioen. “Het is het mooiste bewijs dat ondernemen met durf en verbeelding in België nog steeds loont en inspireert.”
Opmerkelijke fusie
Ardo heeft het Europese marktleiderschap in de eerste plaats te danken aan een van de opmerkelijkste fusies van twee familiebedrijven in de Vlaamse en de West-Vlaamse economische geschiedenis. In 2015 besloten de zeven neven Haspeslagh hun twee bedrijven, Dujardin Foods en – toen al – Ardo, samen te brengen. In één klap ontstond een mastodont met 868 miljoen euro omzet. “Hoewel we momenteel maar 2 procent marktaandeel hebben in de VS, willen we ook daar, net als in Europa, marktleider worden”, aldus Rik Jacob, de huidige CEO van Ardo.
In september vorig jaar kwam bovenop de omzet van 868 miljoen euro daar nog eens 130 miljoen euro bij door de overname van het Canadese VLM Foods. Daardoor stootte Ardo dit jaar door naar de liga van miljardenbedrijven, met een brutobedrijfswinst van 98 miljoen euro. VLM opende voor Ardo de poort tot de Noord-Amerikaanse markt. Die is met ongeveer 3,4 miljoen ton groenten ongeveer even groot als de Europese. Dat is ook de reden waarom CEO Rik Jacob de komende jaren volop wil blijven internationaliseren.