Bow architecten

Architect Pieter Verfaillie voorspelt radicaal andere invulling van kantoorgebruik

ROESELARE – “Waarom zouden West-Vlaamse habitués van de trein of via de E40 richting Brussel rijden zich post-corona nog elke dag naar een luidruchtig Brussels landschapskantoor begeven?” Dat is de vraag die architect Pieter Verfaillie van het Roeselaarse kantoor Bow Architecten zich stelt. Hoe we ons verplaatsen van en naar ons werk en hoe onze werkplek eruit ziet: het zal nooit meer hetzelfde zijn, voorspelt architect-ondernemer Pieter Verfaillie. Met Bow architecten herbestemt hij grote industriële sites en kantoorgebouwen, vooral in West-Vlaanderen. Hij bereidt zich naar eigen zeggen nu al voor op een stijging van het aantal West-Vlamingen dat grotendeels in eigen streek zal blijven om te werken, zonder daarom van werkgever te veranderen.

“Vandaag staat 80 procent van de kantoren leeg ofte acht op de tien”, aldus Verfaillie. “Thuiswerk kent een ongeziene boost, ook al zijn er nadelen. Daar tegenover staan de voordelen van de korte videocalls of gestructureerde mails, die vaak efficiënter zijn dan sommige fysieke vergaderingen. Velen zullen thuiswerken ook in post-corona verkiezen. De omschakeling naar thuis werken ging razendsnel. Veel mensen maakten tegelijk ook de omschakeling van een landschapskantoor naar een individuele werkplek. Ze stellen nu dan ook vast dat het landschapskantoor veel gebreken heeft. Enkel met veel en goede afspraken kan je er efficiënt werken. Medewerkers krijgen thuis complexe dossiers zoals aanbestedingen sneller en accurater afgewerkt. Met minder stress en met minder tijdverlies door de verplaatsing. Anderzijds missen we thuis wel de uitrusting, zoals printers, en het informele overleg met collega’s. Uit onderzoek blijkt ook dat belangrijke beslissingen makkelijker genomen worden op een fysiek overleg, als je elkaar letterlijk in de ogen kan kijken.”

De toekomst is daarom een slimme combinatie van thuiswerken en werken op het sterker uitgerust kantoor. “Bedrijven zullen zich post-corona nog sterker digitaal organiseren, waardoor zo’n slimme combinatie ook technisch mogelijk is”, denkt Verfaillie. “De worklife-balans van werknemers zal er bij winnen en daar varen ook werkgevers wel bij want ze krijgen gelukkigere en fittere medewerkers.”

Opdracht voor werkgevers

Steeds volgens Pieter Verfaillie zullen werkgevers er alles moeten aan doen om de werkplek op het bedrijf aangenamer en luchtiger te maken, met aandacht voor ecologische aspecten maar ook voor ontspanningsmogelijkheden. Videowalls of locaties voor video-conferenties zullen standaard moeten worden. “Ik voorspel dat bedrijven en organisaties nog meer faciliteiten gaan delen”, zegt de Roeselaarse architect. “Grote bedrijven zullen ook gebruik maken van co-working hubs in centrumsteden als Roeselare, Kortrijk en Brugge. Deelnemen aan een vergadering via video, klanten uit de regio ontvangen en documenten afdrukken, dat zal dicht bij huis kunnen, dus zonder de verplaatsing naar bijvoorbeeld Brussel. We zien ook tal van financiële opportuniteiten door ook wagens en fietsen te delen met andere bedrijven. In een ondernemend landschap zoals West-Vlaanderen, is sharing een sleutel om verantwoord op te schalen, zonder mega-investeringen die een financiële strop leggen. Dat kan alleen als de werkplek en de mobiliteit vlot en flexibel meegroeien. Het tegenovergestelde van nu dus: een kantoorgebouw huren en inrichten, of zelfs kopen, dat te groot is maar waar je nog wel enkele jaren mee verder kan.”

Nieuwe hubs

“Ik ben ervan overtuigd dat durfkapitaalfondsen en steden en gemeenten meer dan ooit zullen inzetten op het ontwikkelen en activeren van bestaande locaties in stadskernen”, besluit Pieter Verfaillie. “Criterium voor die locaties is dat ze vlot bereikbaar zijn, vooral via slimme combinaties van openbaar vervoer, fietsen en stappen. Zulke plekken zijn er, zeker in Roeselare, Kortrijk en Brugge. Onze provinciale centrumsteden hebben een groot potentieel om coworking-hubs te ontwikkelen. Oude bedrijventerreinen of historische panden kunnen herbestemd worden. Met de juiste visie vanuit stadsbesturen kunnen we de nu vaak donkere vlekken in onze steden omvormen tot aangename plekken waar het goed werken en wonen is.”