–Het viel ons op tijdens de toespraak van minister-president Jan Jambon. Hij sprak met geen woord over de veel te hoge loonkost in dit land, terwijl jullie aandringen op een ‘same level playing field‘. Uitgerekend de loonkost deed Van Hool mee de das om, en idem dito voor Renault Vilvoorde eind vorige eeuw. Wat denkt u dan?
-Alain Doucet: U heeft gelijk, de loonkost is en blijft een groot probleem. In vergelijking met onze directe buurlanden – ik denk aan Nederland, Frankrijk en Duitsland – hebben we een loonkostenhandicap van gemiddeld 12 procent. De loonkost is overigens niet het enige probleem. Ik verwijs hier ook graag naar de energiekost die zoveel duurder is, of naar de regelgeving, waar onze concurrenten minder of geen last van hebben.
–Zou meer automatisatie geen oplossing kunnen zijn voor het probleem van de loonkost? In de nieuwe fabriek zijn 400 mensen aan de slag, met nog veel handenarbeid, zoals we konden vaststellen. Kan het niet anders?
-Alain Doucet: In vergelijking met onze oude site hebben we grote sprongen voorwaarts gemaakt qua efficiëntie, zowel in de productie (assemblage) als in de logistieke keten. We werken nu met een soort van bouwdoos volgens het plug and play-principe. Maar op middellange termijn moeten we nog vooruitgang boeken. We rekenen daarom op de overheid om de juiste context aan te bieden.
Iedereen mee in het verhaal
-Hoe groot was de inbreng van de overheid op jullie mega investering van bijna 50 miljoen euro (initieel 44 miljoen) ?
-Alain Doucet: De steun beperkte zich tot opleidingsbijdragen. Zo’n 2 miljoen euro.
–Zijn alle medewerkers van de oude fabriek mee verhuisd?
-Alain Doucet: Jawel, zeg maar zonder uitzondering. Ik kan u verzekeren dat dit veel meer om het lijf heeft dan de buitenwereld denkt. Dat is geen ‘dingetje’, zoals ze in Nederland zeggen. Ik heb enorme bewondering voor de wijze waarop het hele team zich aangepast en omgeschoold heeft aan de nieuwe omgeving en de nieuwe opdrachten.
West-Vlaamse fabriek?
-Hoe West-Vlaams of Vlaams is deze nieuwe fabriek?
-Alain Doucet: Ik schat dat we zo’n 300 toeleveranciers hebben. Weinig uit West-Vlaanderen, het moet gezegd. Wel veel uit de rest van Vlaanderen of uit Nederland.
-Vanwaar komen de batterijen in de e-bussen?
-Alain Doucet: Nu nog uit China. Maar wij assembleren ze hier in Vlaanderen, meer bepaald in Bornem. VDL heeft altijd een strategie gevolgd van zoveel mogelijk verticale integratie voor belangrijke activiteiten. We willen daarom zo snel als mogelijk onze batterijen zelf aanmaken, en dat zijn we nu aan het opbouwen in Bornem, zodat we minder afhankelijk worden.
–Zijn e-bussen een tussenstap naar bussen op waterstof?
-Alain Doucet: Volgens mij zullen de twee technologieën naast elkaar kunnen leven, zoals vandaag nog het geval is is met benzine en diesel. Voor stadsvervoer zijn de e-bussen ideaal. Voor touringcars zou het kunnen dat waterstof de bovenhand haalt, maar het is nog te vroeg om daarover een uitspraak te doen.
–Hoe ver reikt de afstand van een huidige batterij?
-Alain Doucet: Je mag al spreken over een afstand van 550 kilometer.
Volle capaciteit
-In Nederland hebben jullie ook een fabriek staan voor e-bussen. Betekent dat interne concurrentie?
-Alain Doucet: Neen, want er worden naargelang de markt en naargelang de opdracht (klanten willen steeds meer maatwerk) afspraken gemaakt. Ik denk te mogen zeggen dat we complementair zijn. Roeselare is sowieso unilateraal gefocust op bussen voor stadsvervoer, terwijl ons zusterbedrijf in Nederland het in de eerste plaats moet hebben van touringcars.
-Stel dat jullie Van Hool binnenhalen, kunnen er dan orders hier afgewerkt worden?
-Alain Doucet: In Roeselare zij we alvast tot begin volgend jaar volzet qua capaciteit. Dit wil zeggen dat we aan het plafond van 800 bussen zitten. Op termijn deze fabriek nog uitbreiden of ontdubbelen? Ja, waarom niet.
-De Vlaamse regering was bij de opening met 2 excellenties aanwezig. Hebben jullie nu ook toezeggingen gekregen dat De Lijn geen Chinese e-bussen meer maar e-bussen ‘Made in Vlaanderen’ zal kopen?
-Alain Doucet: Toezeggingen nog niet. Maar er is wel afgesproken om te onderhandelen.
(Karel Cambien)