Jan Sercu was een man van vele oorlogen. Hij leidde niet alleen de Bank van Roeselare naar hogere sferen, maar bekleedde daarnaast ook nog een aantal andere mandaten. Zo was hij onder meer gewezen bestuurder bij het Roeselaarse Heilig Hart Ziekenhuis en gewezen voorzitter van het Roeselaarse Bedrijvencentrum, om maar enkele mandaten te noemen. Daarnaast verwierf hij nog heel wat eretitels: Officier in de Leopoldsorde, Ridder in de Kroonorde en Eredeken van de Arbeid. Hij laat 7 kinderen na, onder wie Frans (Sus) Sercu die lange tijd topkader was bij de KBC en nu nog een reeks bestuursmandaten in portefeuille heeft.
Jan Sercu was tot mei 1988 de sterke man bij de destijds florerende Bank van Roeselare en West-Vlaanderen. De West-Vlaamse bank benoemde toen Laurent Schatteman als zijn opvolger. Sercu bleef evenwel als bestuurder bij het beheer van de bank betrokken. In 1998 werd de Bank van Roeselare opgenomen in de fusiebank KBC.
Boegbeeld van verzet
Met Jan Sercu verliest West-Vlaanderen een boegbeeld van de vorige generatie. De wortels van de Bank van Roeselare gaan terug naar de coöperatieve gedachte die begin de twintigste eeuw sterke opgang maakte. In middenstandskringen werd toen het idee gepropageerd om een West-Vlaamse middenstandsbank op te richten, wat in 1918 leidde tot de oprichting van de Bank van Roeselare. Door de jaren heen raakte het aandeelhouderschap van de Bank van Roeselare erg versnipperd, maar met één referentie-aandeelhouder: Brinvest.
De verkoop van de Bank van Roeselare (BvR) aan de Kredietbank sloeg destijds diepe wonden in West-Vlaanderen. Het management van de BvR had het gevoel de strijd om de onafhankelijkheid te hebben verloren. Brinvest, opgericht om de onafhankelijkheid van de bank te garanderen, zou zich zich tegen de bank gekeerd hebben, luidde de stelling. Jan Sercu was toen zelfs behoorlijk ziedend. Hij maakte zich boos tegen de Kredietbank en eiste dat KB zou stoppen met aankopen van kleinere en onafhankelijke banken. Roger De Clerck (Beaulieu) en Ronald Everaert (Mercator) kozen namens Brinvest voor de centen, zo luidde het.