KORTRIJK – De sinds jaar en dag in Kortrijk wonende Adriaan Linters wordt beloond voor zijn levenswerk in de sector van de industriële archeologie, waar hij opkomt voor zoveel mogelijk bescherming van het historisch erfgoed. De Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie (VVIA), waarvan Linters de begeesterende bezieler is, werd zopas uitgeroepen en bekroond tot laureaat van de European Heritage Awards/Europa Nostra 2019. Dit is de meest prestigieuze erfgoedonderscheiding in Europa.
De VVIA krijgt de erkenning omwille van zijn vrijwilligersinzet sedert 1978 voor het behoud van industrieel en technisch erfgoed in Vlaanderen, zonder subsidiëring door de overheid.
“Het is de concrete inzet, het engagement en de onafhankelijke en ongebonden positie die ons deze Europese erkenning bezorgt”, aldus de immer bescheiden voorvechter Linters. “Van veel kanten, binnen- en buitenland stromen de gelukwensen inmiddels binnen.”
De ‘Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie werd officieel opgericht op 1 mei 1978, en is daarmee de oudste landelijk opererende vereniging op het Europese continent. Opmerkelijk genoeg werd de VVIA in de loop van haar bestaan nooit gesubsidieerd, spijts zijn vernieuwende realisaties en initiatieven. Geert Bourgeois noemde de VVIA ooit de ‘gewaardeerde luis in de pels’.
De vereniging kwam de voorbij jaren steevast op voor onder meer voor de herbestemming van gebouwen, industrieel toerisme en verhinderde ook de afbraak van waardevolle industriële panden. Dossiers die de revue passeerden waren onder meer de Koninklijke Stapelhuizen in Antwerpen, de scheepswerf van Baasrode, de Scheepsdalebrug in Brugge, Petroleum Zuid, de Congoboot, de Kempische Steenkoolmijnen. “We hebben in de loop der jaren gevochten voor een hele reeks sites, nu eens met en dan weer zonder succes”, aldus Linters. Feit is dat de idealistische voorvechter monnikenwerk verrichtte met een heldhaftig randje. Adriaan Linters en met hem zijn medewerkers en honderden vrijwilligers mogen alvast veel verdienste opeisen.