Op 10 jaar tijd is Axintor uitgegroeid van een éénvrouwszaak tot een team van 17 mensen met vestigingen in Veurne, Roeselare en Ieper. Een vierde kantoor binnenkort in Brugge bevestigt dat de zaken goed gaan. “Buitenlandse werkkrachten zijn de oplossing voor het nijpende tekort aan vakmensen op de Belgische markt. Ze zijn steeds meer gegeerd, al staan we wel voor een uitdaging”, zegt Liselotte Rombaut, zaakvoerder van Axintor.
Axintor rekruteert en selecteert in het buitenland. Per jaar stelt het interimkantoor zo’n 300 personen tewerk. Die komen uit Polen, Roemenië, Litouwen, Hongarije en Spanje. “Samen met andere rekruteringskantoren gaan we op zoek naar talenten. Eerst worden ze in het land van herkomst gescreend, nadien bij ons op kantoor. Zo verzekeren we er ons van dat we een juiste match tussen werkgever en werknemer realiseren.”
De profielen daarbij zijn heel divers, maar kennen voornamelijk een technische achtergrond. “In het voorjaar kennen we een piek in de land- en tuinbouwsector. Die piek herhaalt zich in de zomer in de horecasector met kamermeisjes, hulpkoks en afwassers. Het gaat dan om vakantiejobs en tijdelijke contracten. Verder rekruteren we ook vaste medewerkers, gaande van loodgieters en elektriciens tot chauffeurs en poetsvrouwen.”
Axintor gaat zelfs nog een stap verder. Naast het selecteren en rekruteren, is ook logistiek een belangrijk aspect binnen de bedrijfsvoering. “We bieden intensieve begeleiding, maar ook huisvesting en vervoer aan. Zo stellen we tientallen fietsen, bromfietsen en auto’s voor woon-werkverkeer ter beschikking.”
Mentaliteitswijziging
De profielen die Axintor aantrekt, hebben bovendien één constante: ze geraken moeilijk ingevuld met Belgische werknemers. Er is immers een nijpend tekort aan vakmensen in ons land, waardoor de vraag naar buitenlandse werkkrachten de hoogte ingaat.
“Maar er wacht ons wel een uitdaging. Zo trekken de buitenlandse werkkrachten alsmaar vaker naar… het buitenland. Hoe komt dat? Doordat er foute percepties heersen. De goedkope Pool is een mythe en bestaat niet. De buitenlandse werkkrachten stromen over van de kwaliteiten en dienen dus ook naar waarde te worden betaald. Bovendien concurreren we met buurlanden waar het verschil tussen bruto en netto veel kleiner is, of met de Scandinavische landen waar de lonen gewoon veel hoger liggen.”