Een jaar geleden kocht Koen Denolf een elektrische fiets van het merk Cowboy, een hippe start-up gevestigd in de hoofdstad. Zoals wel meer klanten viel de Gentenaar voor het strakke ontwerp van de e-bike, waarvan alle kabels, elektrische leidingen en de batterij knap zijn weggewerkt in het frame. Voor de Cowboy 3 telde Denolf rond de 2.500 euro neer.
Maar al bij het bestellen liep het mis, vertelt Denolf. “Het geld was meteen weg van mijn rekening, maar drie weken later wist ik nog altijd niet wanneer mijn fiets zou geleverd worden. Toen hij eindelijk toekwam, ontbrak de bagagedrager. Volgens de klantenservice was er een fout geslopen in de bestelling, ze beloofden die na te sturen. Ik heb er vier maanden op gewacht.”
Zodra hij kon beginnen te fietsen, was Denolf wel tevreden. “Maar al vrijwel onmiddellijk ging de batterij defect. Hoewel we 250 euro per jaar betalen voor een onderhoudscontract, moesten we die zelf terugsturen, om een week later een nieuwe batterij in de postbus te krijgen. Al bij al nog vlot, maar intussen zaten we weer een week zonder fiets.”
Wisselvallige kwaliteit
Sinds die laatste reparatie is Denolf naar eigen zeggen “zeer tevreden” over zijn aankoop. Toch is hij zeker niet de enige bij wie de aankoop van een Cowboyfiets met kopzorgen gepaard ging. Op de sociale mediakanalen van Cowboy verschijnen met regelmaat klachten van gebruikers over trage leveringen, foute bestellingen, defecte onderdelen en een moeilijk bereikbare klantendienst. Anderen noemen de fiets er dan weer “hun beste aankoop ooit”. In een testrit die De Standaard in maart 2022 mocht doen, gooide de Cowboy 3 hoge ogen. En in november riep Time magazine opvolger Cowboy 4 uit tot een van de beste uitvindingen van 2022, een “droom voor minimalisten”.
Het wijst op een wisselvallige kwaliteit, bevestigen ook enkele fietsenmakers in het Brusselse die al wel eens een defecte Cowboyfiets onder ogen krijgen. Allen willen anoniem blijven, omdat ze geen zakenrelatie hebben met het bedrijf – Cowboy werkt met een eigen hersteldienst. Defecte Cowboyfietsen kunnen ze bijgevolg niet herstellen, net omdat alle techniek van de fiets “weggestopt” zit in het kader. “Mijn mailtje aan Cowboy met de vraag hoe ik een bepaald defect zou kunnen oplossen, is na een half jaar nog onbeantwoord”, zegt een van de fietsenmakers tegen De Standaard. “Klanten met een defecte Cowboyfiets kan ik niks meer zeggen dan dat ik ze niet kan helpen.”
Dieprode cijfers
En dan zijn die leverproblemen en defecte onderdelen nog niet eens de grootse kopzorg van Cowboy. De laatste maanden rijzen steeds meer vraagtekens over het voortbestaan van de start-up tout court. Opgericht in 2017, is de fietsenbouwer nog nooit winstgevend geweest. Integendeel: het stapelt jaar na jaar de verliezen op, die ook steeds groter worden. 3 miljoen euro verlies in 2018; 8,6 miljoen euro verlies in 2019; 11,75 miljoen euro verlies in 2020, en liefst 23,4 miljoen euro verlies in 2021. Op de resultaten van 2022 is het nog wachten, maar nu al staat vast dat die opnieuw zwaar in het rood zullen duiken.
Een aanzienlijk deel van die verliezen valt toe te schrijven aan de wisselvallige kwaliteit van de Cowboyfietsen. Zo had het bedrijf in 2020 het bedrag van 45.000 euro opzijgezet om reparaties uit te voeren aan fietsen in garantie. Uiteindelijk moest het daar dat jaar liefst 1,47 miljoen euro aan uitgeven, bleek toen twee maanden na de oorspronkelijke publicatie de jaarcijfers over 2020 werden herzien. En onlangs nog kregen talloze bezitters van een Cowboy 3 een nieuwe zadelpen opgestuurd, omdat er fabricagefouten waren ontdekt.
Toch kon Cowboy de voorbije jaren makkelijk overleven. Bij zijn investeerders – zoals de durfkapitaalfondsen Exor, HCVC en Siam Capital – wist oprichter Adrien Roose steeds relatief vlot verse miljoenen op te halen. In januari 2022 kwamen zij bijvoorbeeld nog met 80 miljoen dollar (toen 71 miljoen euro) over de brug. Vlak na de coronacrisis was dat relatief eenvoudig: centrale banken pompten volop geld in de economieën, waardoor de rentes historisch laag stonden. Investeerders wisten met hun geld geen blijf.
Significante onzekerheid
In tijden van recordinflatie en oplopende rentes, zoals vandaag het geval, is dat een ander paar mouwen. En net nu heeft Cowboy meer dan ooit vers geld nodig. In oktober 2022 – pas toen werden de jaarcijfers over 2021 gepubliceerd in het Staatsblad – uitte bedrijfsrevisor Pricewaterhousecoopers openlijk zijn twijfels over het voortbestaan van Cowboy. Volgens de revisor volstonden de kapitaalrondes die Cowboy begin dat jaar had uitgevoerd “waarschijnlijk niet”, en zou het al snel weer op zoek moeten gaan naar vers geld. De totale schuldenberg bedroeg eind 2021 al bijna 50 miljoen euro, blijkt uit het Staatsblad. “Lukt het niet om nieuw geld op te halen, dan bestaat er een significante onzekerheid die belangrijke twijfels oproept of het bedrijf zijn activiteiten kan voortzetten”, concludeerde Pricewaterhousecoopers.
Aan die zoveelste zoektocht naar vers geld is Cowboy intussen begonnen, zo kwam De Tijd te weten. De krant meldde woensdag dat het in drie maanden tot 28 miljoen euro wil ophalen – naar verluidt 15 miljoen euro bij institutionele beleggers en maximaal 13 miljoen euro via een Brits crowdfundingplatform.
Aan De Standaard bevestigt Cowboy dat het inderdaad een zoektocht naar vers kapitaal is gestart. Echter zegt het bedrijf zeker niet te rekenen op 28 miljoen euro, maar op “slechts” zo’n 15 miljoen euro. Het merendeel zoekt het bij grote beleggers, via de crowdfunding hoopt het 1 miljoen euro binnen te halen.
Family, friends en fools
Hoe dan ook plaatst Tom Simonts, senior economist bij KBC, grote vraagtekens bij deze nieuwe bedeltocht van Cowboy. Simonts benadrukt dat KBC niet betrokken is bij de kapitaalrondes van het Brusselse fietsmerk. “Wie een goed businessmodel heeft, raakt altijd aan geld. Het is steeds duidelijker dat Cowboy geen goed businessmodel heeft. De verkoop van elektrische fietsen is een zeer competitieve markt, met enorm veel spelers. Een kleine nieuwkomer als Cowboy kan onmogelijk een prijszetter zijn.”
Simonts: “Daarnaast is het al hun zoveelste kapitaalronde. Een crowdfunding organiseren, kan een prachtige manier zijn om geld op te halen en tegelijkertijd jouw naambekendheid te vergroten. Zelfs al haal je dan maar geld op bij de FFF’s: family, friends en fools. Maar als het de vierde of vijfde keer is dat je om geld vraagt, wordt het lastig. Ik wil zeker niet zeggen dat het meteen over en uit zal zijn voor Cowboy, maar het lijkt toch steeds duidelijker richting einde verhaal te gaan.”
Als een Icarus
Het zou niet het eerste mislukte avontuur zijn van oprichter Adrien Roose. In 2013 stond de Brusselaar aan de wieg van maaltijdbezorger Take Eat Easy. Dat bedrijf was actief in twintig steden, wierf 160 personeelsleden aan en leverde maaltijden uit 3.200 restaurants. In juli 2016, na 1 miljoen geleverde maaltijden, mislukte echter de zoveelste kapitaalronde van Take Eat Easy, en was het boeken toe. Op dit moment loopt er in Parijs een rechtszaak tegen Take Eat Easy en Adrien Roose. Meer dan honderd voormalige maaltijdbezorgers dienden een klacht in wegens zwartwerk en illegale tewerkstelling. In een gelijkaardige zaak veroordeelde een Franse rechtbank in september Deliveroo nog tot een boete van 9,7 miljoen euro.
In zijn kennissenkring – zoals ex-medewerkers van Roose op het voormalige hoofdkantoor van Take Eat Easy – wordt het beeld geschetst van een “zeer ambitieuze ondernemer” die “steeds weer de marktleider wil worden”. “Ik heb veel respect voor hem, hij is een slimme zakenman die wereldwijd investeerders kan overtuigen”, zegt een ex-medewerker die anoniem wil blijven. “Tegelijk is hij als een Icarus, die steeds dichter bij de zon vliegt. The sky is the limit. Maar hij durft al eens te vergeten dat de markt van elektrische fietsen zeer concurrentieel is.”
Zonder app geen motor
Die mentaliteit blijkt ook uit een uitspraak die Roose de voorbije jaren in verschillende interviews liet vallen. Namelijk dat hij tegen 2030 “jaarlijks miljoenen fietsen” wil verkopen. Hij wilde daarom winkels in Parijs en Berlijn openen, en de Amerikaanse markt bestormen. Die winkels in Parijs en Berlijn zijn er vandaag ook echt, maar miljoenen fietsen worden er nog lang niet verkocht. Cowboy geeft toe dat het er in 2022 slechts “een twintigduizendtal” waren. Een marktenspecialist zegt tegen De Standaard dat de “onrealistische uitspraken van Roose doen denken aan de dotcombubble van eind de jaren negentig, en al zeker niet aanzetten tot investeren”.
Dat kan grote consequenties hebben voor de gebruikers. De elektrische motor op de fietsen van Cowboy kan, net als de lichten, enkel geactiveerd worden met een smartphoneapp. Als Cowboy na een eventueel faillissement geen overnemer krijgt die de app up-to-date houdt, zal die op een gegeven moment niet meer werken. “Daar maak ik me zeker zorgen over”, zegt Denolf. “Zonder werkende app geen motorondersteuning. En dan is die hele Cowboyfiets maar een log geval, hoe hip hij er ook uitziet.”
“We werken hard om winstgevend te worden”
Cowboy reageerde via e-mail op vragen van De Standaard over de rode cijfers en de nieuwe kapitaalronde. “De industrie veranderde de voorbije zes maanden snel, onder invloed van talloze macro-economische factoren”, klinkt het. “We werken in die omstandigheden hard om winstgevend te worden, wat van groot belang is voor onze investeerders. De voorbije jaren waren inderdaad moeilijk, maar we zijn weerbaar. Dit jaar lanceren we verschillende nieuwigheden, zowel qua software als hardware. Zoals elke jonge onderneming hadden we in het begin inderdaad problemen met de kwaliteit van onze producten, maar de huidige Cowboyfietsen zijn van topkwaliteit. Ons jaarverslag over 2022 zal bovendien aantonen dat onze schuld nu lager ligt dan 50 miljoen euro. We blijven dus veel vertrouwen hebben in de toekomst van Cowboy. 2023 is alvast sterk begonnen. De verkoopcijfers lagen in januari bijna de helft hoger (+42 procent) dan in dezelfde maand vorig jaar. Vanaf 2024 willen we duurzaam winst maken. Onze klanten hoeven dus helemaal niet te vrezen dat we er plots niet meer zullen zijn.”