Vlaams-Brabanders investeerden de afgelopen 3,5 jaar voor 25.838,172 euro in (startende) ondernemingen van familieleden, vrienden of kennissen. Daarmee is de win-winlening, vergeleken met de provincies Antwerpen en Oost-en West-Vlaanderen, minder populair. Dat laat minister van Werk en Economie Philippe Muyters (N-VA) weten.
Met de win-winlening moedigt de Vlaamse overheid particulieren aan om zogenaamde achtergestelde leningen aan kmo’s te verstrekken met een looptijd van 8 jaar. Een kmo kan zo tot een bedrag van 200.000 euro aan win-winleningen aangaan, met een maximum van 50.000 euro per kredietgever. De kredietgever krijgt hiervoor een jaarlijks belastingkrediet van 2,5 procent op het openstaande kapitaal van de win-winlening.
Berg spaargeld
In de wandelgangen wordt deze lening wel eens de financiering via family, friends & fools genoemd. “Het was vooral de bedoeling om een deel van de berg spaargeld – 250 miljard euro – aan te wenden voor de financiering van de economie”, zegt Vlaams Parlementslid Grete Remen die de cijfers opvroeg bij partijgenoot en minister van Werk en Economie Philippe Muyters. Maar het slaat niet echt aan in onze regio. Sinds 2015 hebben Vlaams-Brabantse kmo’s via deze win-winleningen in totaal 25.838,172 euro aan krediet aangetrokken.
Oost-Vlaanderen primus
De Oost-Vlamingen zijn koploper met een totaal van ruim 49 miljoen euro, gevolgd door West-Vlaanderen (48 miljoen euro) en Antwerpen (45 miljoen euro). Enkel de provincie Limburg doet met iets meer dan 15 miljoen euro minder goed dan de Vlaams-Brabanders. De meest voorkomende financiers zijn over het algemeen vader (27,7 procent), moeder (22 procent), kennissen (18,3 procent) en schoonfamilie (12,9 procent). Ondertussen zijn ook de eerste investeerders opgedoken (3,6 procent).
Per capita
Als we per hoofd van de bevolking de uitgave aan win-winleningen bekijken, dan scoren ook hier West-en Oost-Vlaanderen met respectievelijk 41 en ruim 33 euro het beste. In Antwerpen trekt elke inwoner 25 euro uit, in Vlaams-Brabant klopt men af op iets meer dan 23 euro per persoon. Ook hier sluit Limburg het rijtje met iets meer dan 18 euro per hoofd van de bevolking.