Unizo wil aantal beschikbare werkuren van jobstudenten op 600 in plaats van 475 uur zien

OOSTENDE - Werkgeversorganisatie Unizo pleit ervoor om het aantal uren dat jobstudenten mogen werken op te trekken van 475 naar 600 uur. Dat zegt Unizo-topman Danny Van Assche donderdag bij de bekendmaking van de 'Jobstudent van het jaar' in Oostende. Volgens Unizo wordt de rol van jobstudenten belangrijker en worden er ook meer uren geklopt doorheen het jaar.

In 2021 herstelden de cijfers van studentenarbeid zich opnieuw richting het recordniveau van 2019, na een kleine terugval tijdens corona. Meer nog, studentenarbeid stijgt verder door.

De populatie van studenten met een studentenjob steeg licht met 0,8%, maar er doen zich wel sterke stijgingen voor bij het aantal werkgevers dat een beroep deed op studenten (+5,4%) en de loonmassa (19,9%). In 2021 werden bovendien 12,9% meer uren gewerkt dan in 2019.

“Het belang van de jobstudent in de arbeidsmarkt stijgt duidelijk. De jobstudenten vullen nu vacatures in die wegens de krapte op de arbeidsmarkt niet opgevuld geraken, zeker in sectoren zoals de horeca- of eventsector”, zegt Van Assche. Daarom wil Unizo het aantal uren dat een jobstudent mag werken, opgetrokken zien tot 600 uur.

“Er is een kleine groep van jobstudenten, ongeveer 10 procent, die effectief meer werken dan 475 uur. Zij moeten soms stoppen met werken omdat ze dan een pak minder verdienen. Die werkgevers hebben die jobstudenten nodig en net daarom is het belangrijk dat zij meer beschikbare uren hebben.”

Volgens Unizo zal die regeling geen ontwrichting van de arbeidsmarkt veroorzaken. “Uiteindelijk werkt nog steeds zestig procent van de studenten minder dan 200 uur. Maar voor die kleine groep, zou het goed zijn om aan dezelfde voorwaarden tot 600 uur door te kunnen gaan.”