Twee vrachtluchtvaartmaatschappijen hebben beslist om de luchthaven in Zaventem te verlaten. Drie andere cargobedrijven overwegen dat ook te doen. Dat heeft alles te maken met de geluidsnormen die het Brusselse Gewest vanaf januari terecht strenger wil maken. Voor Brucargo, de vrachtafdeling van de luchthaven, kan die maatregel zware gevolgen hebben.
Saudia Cargo besliste al meteen bij de recente aankondiging dat de geluidsnormen zouden verstrengen om naar Frankfurt te verhuizen. De maatschappij wacht op de laatste toelatingen in Duitsland om al haar vluchten te verhuizen.
Het Chinese Yangtze River Express verhuist vanaf 1 januari naar Amsterdam. Beide cargomaatschappijen vliegen op Brussels Airport met Boeing 747-toestellen. Die jumbojets kunnen niet aan de nieuwe geluidsnormen voldoen, zeggen ze op Brucargo. “Met de nieuwe normen kan elke vlucht met zo’n toestel een tot drie boetes genereren.”
En dus keren de maatschappijen Brussels Airport de rug toe. Ook de drie andere cargomaatschappijen die met 747’s opereren, bekijken hun opties. Het gaat om Air Cargo Global, Asiana en Singapore Airlines Cargo. “Als er in de loop van januari geen politieke oplossing wordt bereikt, zijn ze weg”, zegt Geert Keirens, directeur van Air Cargo Belgium, de belangenvereniging van logistieke bedrijven op Brussels Airport.
Hoewel er per dag maar drie tot vier vrachtvluchten zijn met 747’s, zijn ze wel goed voor een kwart van alle vracht op de luchthaven van Zaventem. “Er staan 1.250 rechtstreekse banen op het spel en nog eens 2.500 indirecte banen. Die kunnen we verliezen aan onze buurlanden”, stelt Keirens.
De 747-toestellen van het type 747-400 zijn volgens kenners geen oude en lawaaierige vliegtuigen. Het zijn vrij moderne toestellen, die op alle luchthavens in Europa welkom zijn. Met andere vrachtvliegtuigen naar Zaventem komen is geen optie, omdat een deel van de genoemde maatschappijen alleen met 747’s vliegt.
Het Brusselse Gewest hanteerde de voorbije jaren een tolerantiemarge bovenop de geluidsnormen. Die marge wil het vanaf 1 januari afschaffen. De Raad van State volgt de verstrenging.
