Dreigt een open oorlog tussen de Tiense Suikerraffinaderij en de telers van suikerbieten in het Hageland? Daar lijkt het op af te stevenen door een gevoelige verlaging van de prijzen. Beide partijen kunnen eigenlijk niet zonder elkaar.
De Tiense Suikerraffinaderij wil vanaf vanaf volgend jaar nog slechts 26,8 euro per ton suikerbieten betalen, in plaats van 34,8 euro dit jaar. Volgens de Confederatie van Belgische Bietplanters (CBB) gaan de boeren uit de regio Tienen daardoor met verlies produceren. Ze verwijzen hierbij naar een studie van de Vlaamse overheid waaruit blijkt dat 28 euro per ton nodig is om uit te kosten te raken.
De aanleiding voor de daling is het nakende einde van de Europese suikerquota vanaf 30 september 2017. Producenten kampen nu al met een dalende prijs. De algemene verwachting is dat het einde van de quota de markt verder onder druk zal zetten. De Boerenbond vindt het voorstel onaanvaardbaar. De landbouworganisatie neemt het niet dat het bedrijf uit Tienen prijzen wil gaan betalen die amper of niet de kosten dekken.
“We hebben ons ongenoegen overgemaakt aan de Tiense Suikerraffinaderij”, zegt woordvoerster Anne-Marie Vangeenberghe. “Zolang ze een contractprijs hanteren die lager is dan de productiekost kan er niet onderhandeld worden met de producentenorganisatie. De telers gaan geen handtekening zetten onder een contract dat veel werk vergt maar waar ze geld aan verliezen. We vernamen dat het bedrijf wil gaan praten met individuele boeren.”
De Boerenbond vreest dat bij te lage prijzen veel suikerbietentelers zullen overschakelen op andere teelten. Dat staat haaks op de belangrijke teeltrotatie in de landbouw. In Vlaanderen spelen de suikerbieten naast andere teelten als aardappelen en maïs een belangrijke rol in die rotatie.
Suikerbietentelers hebben fabrieken zoals de Tiense Suikerraffinaderij nodig om hun producten af te nemen. Maar het omgekeerde is evenzeer waar. Fabrieken hebben ook de telers nodig om te kunnen blijven bestaan.