De ploeg van minister-president Rudi Vervoort keurde vorige week twee uitvoeringsbesluiten goed van de taxi-ordonnantie. De besluiten treden op 21 oktober in voege.
De ordonnantie zorgt voor een eengemaakte taxisector. Zo komt er een gemeenschappelijk basisstatuut voor de ‘standplaatstaxi’s’ en ‘straattaxi’s’. Daarbij is er een numerus clausus van 1.425 standplaatstaxi’s, zeg maar de huidige traditionele taxi’s, die een vergunning kunnen krijgen. Daarnaast is er plaats voor 1.825 straattaxi’s, taxi’s die via platformen zoals Uber werken.
Beroepsverenigingen
Vertegenwoordigers van enkele beroepsverenigingen daagden op voor de actie. Het gaat om de Belgische taxifederatie (Febet), Ingoboka-Taxi, Elite Taxi en C.T.T., het Collectif des travailleurs du taxit du Collectif des Travailleurs du Taxis.
Febet-voorzitter Khalid Ed-Denguir hekelde opnieuw de werking van Uber. De nieuwe regelgeving bevoordeelt hen via de tarieven, omdat die de gebruiker zouden aanzetten om voor een platform te kiezen, klonk het onder meer. De regering “creëert een oneerlijke concurrentie”.
Reservering
De uitvoeringsbesluiten leggen de tarieven vast voor ritten met of zonder reservering. Enkel standplaatstaxi’s kunnen klanten zonder voorafgaande reservering vervoeren. De kilometerprijs bedraagt voor die taxi’s voortaan 2,30 euro, terwijl voor ritten met reservering door straat- of standplaatstaxi’s daarentegen een kilometerprijs van minimum 1,5 en maximum 3 euro geldt.
Voor beide categorieën is er overigens nog bijvoorbeeld instapgeld en een wachttijdvergoeding. In de twee gevallen is er sprake van een minimumprijs van 8 euro voor een rit.
Juridisch kader
De nieuwe taxi-ordonnantie vervangt de tijdelijke oplossing van de Brussel regering die het mogelijk maakte dat de uitbaters-chauffeurs van de VVC-sector (verhuur van voertuigen met chauffeur, nvdr.), bijvoorbeeld Uber-bestuurders, hun werk in het Brussels Gewest konden hervatten binnen een juridisch kader. Dat was nodig na een uitspraak van het Brusselse hof van beroep waardoor de VVC-chauffeurs niet meer konden werken.