Bij ruitenwisserproducent Bosch in Tienen wordt het aantal van 238 werknemers dat tegen eind 2017 het bedrijf wil verlaten zo goed als zeker niet gehaald. Dat aantal is een noodzakelijke voorwaarde voor de toekenning van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag swt, het vroegere brugpensioen, op 53 jaar. De werknemers hebben nog tot eind deze maand de tijd om toch in de regeling te stappen die eerder in het kader van een herstructurering werd onderhandeld tussen directie en vakbonden.
Bonden en directie ondertekenden eind september een sociaal plan over het gefaseerde vertrek van 304 van de ruim 1.100 werknemers tegen 2020. Het plan voorziet in premies voor vrijwillig vertrek en een brugpensioenregeling voor mensen die in 2014, toen de herstructurering werd aangekondigd, minstens 53 jaar oud waren.
Bosch komt nog in aanmerking voor swt vanaf 53 jaar omdat de aankondiging van de herstructurering dateert van voor de verstrenging van de reglementering. Voorwaarde is wel dat twintig procent van de werknemers aangeeft het bedrijf voor eind 2017 te zullen verlaten.
De teller staat inmiddels op 115. Het noodzakelijke cijfer van 238 is dus nog lang niet in zicht en er resten slechts twee weken. De werknemers zullen dus eerst vanaf 55 jaar met brugpensioen kunnen. Daarvoor komen negentig mensen in aanmerking. Voor de leeftijd van 53 waren dat er 170.
De directie van de ruitenwisserproducent engageerde zich al bij de aankondiging van de herstructurering dat er voor 2020 geen ontslagen vallen. De volgende jaren zal Bosch dus te veel werknemers tellen. Dat kan alleen opgevangen worden met een stelsel van tijdelijke werkloosheid.
