Als kinderen van zelfstandigen kon het niet anders of Ingrid De Koster (57) en Arthur De Greef (63) zouden ook hun eigen zaak starten. In 1993, enkele jaren na hun huwelijk, beslisten ze er met een kleine kruidenierszaak in Heverlee ook op professioneel vlak samen voor te gaan. Hun gedreven ondernemingszin, die hun hele verdere leven zou kenmerken, leidde hen drie jaar later naar een grotere winkel, een Spar in Machelen, waarna ze in 2001 na een grote bedrijfsbrand naar Wespelaar uitweken.
De plek waar het ondernemende koppel hun winkel, Spar Wespelaar, op hun eigen manier gedurende de volgende 23 jaar tot een gevestigde waarde wist uit te bouwen. Want dat vooral Arthur geen ondernemers zoals een andere was, dat ontdekten ze bij Spar en in Wespelaar al snel. Met de regelmaat van de klok wist hij, samen met zijn vrouw, zijn grote en trouwe cliënteel met tal van nieuwigheden te verrassen. Want wie Spar Wespelaar en primeur intikt, krijgt heel wat hits.
Eerste zelfscan
Zo was het hun winkel die in 2014, na een grootschalige renovatie, kon uitpakken met een Belgische primeur op het vlak van recyclage, door statiegeld voor PMD te geven. En was het ook in hun winkel dat Colruyt Groep in 2018 opnieuw een primeur voor België lanceerde en dit vooral dankzij het enthousiasme van de uitbaters heette het toen. Zo mocht deze buurtwinkel als eerste de zelfscan die via de eigen smartphone werkt toepassen.
“Een meeloper ben ik nooit geweest”, vertelt Arthur. “Geen mainstream voor mij, liefst was ik de eerste om iets nieuws te proberen.” Al was dit niet steeds gemakkelijk. “Het heeft even geduurd voor we het goed konden laten draaien”, bekent hij. “Maar als we beslisten voor iets te gaan, dan twijfelden we niet en zijn we steeds voor ons doel blijven gaan.”
Op hun manier, die soms inging tegen de tradities van de achterliggende groep. “Ze vonden het eerst maar niets dat we onze bakkerij-afdeling naar de ingang hadden gehaald”, vertelt Ingrid. “Maar omdat we steeds meer bakkerijen zagen verdwijnen, beseften we hoe belangrijk deze afdeling werd. Mensen willen niet heel de winkel doorlopen voor een brood. En nu staat hier op zondagochtend, om 7.30 uur, steeds een hele rij mensen, die vaak van ver komen, voor hun verse broodjes.”
Maar voordat het gedreven ondernemerschap, het koppel was zelden afwezig in hun winkel, zijn tol zou eisen, beslisten ze anderhalf jaar geleden om in schoonheid te eindigen. “Nu we nog gezond zijn, willen we graag nog een beetje van het leven genieten”, bekennen ze. “We zagen rondom ons hoe snel het gedaan kan zijn. Dat mocht ons niet overkomen.”
Hapje en drankje
Reizen, sporten, gewoon eens Brussel bezoeken. “Allemaal zaken die we nooit deden”, besluiten ze. Onlangs vonden ze een overnemer voor hun winkel, die ze zondag voor het laatst openhielden. Maar voor het zover is,wouden ze op zaterdag nog uitgebreid afscheid nemen van hun vele klanten. Met een hapje en een drankje. Om dan de deur achter zich te sluiten. En niet meer om te kijken. “Het is goed geweest”, besluit Arthur. “Ik heb mijn ei gelegd. En ik weet dat ik het in goede handen achterlaat.”