vlaams-brabant

Provincie zet door gedwongen afslanking nog meer in op economie

De Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP) heeft zaterdag in het Provinciehuis in Leuven een campagne gelanceerd waarin die provincies zich definiëren als streekmotor. Ze willen de motoren zijn achter initiatieven die de levenskwaliteit van mensen, bedrijven en organisaties in hun streek verbeteren. Door de gedwongen afslanking in 2018 zet ook de provincie Vlaams-Brabant nog meer in op economie.

Velen zien de provincies liefst helemaal verdwijnen door het overaanbod aan beleidsniveaus (gemeenten, provincies, Vlaamse overheid en federale overheid) maar voorlopig is een tussenoplossing uitgedokterd: de zogenaamde afslanking. Daardoor zijn de provincies vanaf 2018 alleen nog bevoegd voor grondgebonden materies: het duurzaam behoud van de omgeving (milieu en klimaat), economie, toerisme, landbouw, erfgoed, mobiliteit en ruimtelijke ordening. Cultuur, sport en welzijn worden begraven.

Bedrijventerreinen

Op zoek naar een deels nieuwe identiteit omschrijven de provincies zich sinds dit weekend met een nieuw begrip: als streekmotor. Bij initiatieven op regionaal niveau moeten verschillende bevoegdheden worden verzoend. Bijvoorbeeld bij de aanleg van bedrijventerreinen die meerdere gemeenten ten goede komen en waarbij mobiliteit, economie, milieu en woonbeleid samenkomen. Of de aanleg van fietssnelwegen, waarbij economische, toeristische en milieuoverwegingen meespelen.

“Het unieke aan de provinciale werking, in tegenstelling tot de intercommunales, is dat de provincie zich weer terugtrekt als een initiatief loopt of een probleem opgelost is”, zegt Luk Lemmens, voorzitter van VVP. “Op zo’n moment zijn de schaalgrootte en werkwijze van de provincie ideaal. Wij zijn klein genoeg om dicht bij een probleem te staan. En toch groot genoeg om het aan te pakken en oplossingen mogelijk te maken.”