LEIDEN-WERKLOOSHEID-UWV

Opzegtermijn van arbeiders die zelf ontslag nemen voortaan in alle gevallen gelijkgesteld

De werkgevers en vakbonden willen dat de opzegtermijnen van alle arbeiders die zelf ontslag nemen, worden gelijkgesteld tot maximaal dertien weken. Daarover bereikten ze een akkoord binnen de Nationale Arbeidsraad (NAR), zegt de christelijke vakbond ACV.

In 2013 legde de wet op het eenheidsstatuut nieuwe gelijkgestelde opzegtermijnen vast. Daarvoor waren die van arbeiders stukken korter dan die van bedienden. Voor alle werknemers die zelf ontslag nemen – bedienden én arbeiders – werd de opzegtermijn op maximaal dertien weken vastgelegd.

Voor bedienden die vóór 31 december 2013 al aan de maximale opzegtermijn van 4,5 of 6 maanden – naargelang hun loon – zaten, werd in een overgangsperiode voorzien, waarbij ze de langere opzegtermijn behielden. Wegens een “onzorgvuldige formulering” in de wet pasten sommige werkgevers de overgangsregeling ook toe op arbeiders, waardoor zij toch langere opzegtermijnen moesten presteren.

De NAR adviseert de regering en het parlement nu om de overgangsregeling af te schaffen. Daardoor zouden alle werknemers – arbeiders én bedienden – ongeacht hun datum van indiensttreding nog maximaal 13 weken moeten presteren wanneer ze zelf ontslag nemen.

“Dit betekent voor de meeste arbeiders die in dienst waren op 31 december 2013 en die zelf hun ontslag geven, een inkorting van de opzegtermijn van 15 weken naar 13 weken”, zegt het ACV.