Gretel Schrijvers

OPINIE. “We gaan allemaal moeten leren omgaan met dat restrisico”

LEUVEN/HALLE/VILVOORDE/BRUSSEL – Vanaf 4 mei kunnen bedrijven en industrieën opnieuw aan de slag gaan, mits het respecteren van enkele voorzorgsmaatregelen. Maar hoe moeten we de corona-exit op de werkvloer aanpakken? Gretel Schrijvers, algemeen directeur van Mensura (externe dienst voor preventie en bescherming op het werk), geeft toelichting in onderstaand opiniestuk. “We gaan dus allemaal moeten leren omgaan met dat restrisico”, zegt Gretel. 

Het is goed nieuws dat bedrijven en industrieën heropstarten. We kunnen dat niet blijven uitstellen. En dat hoeft ook niet: bedrijven hebben voor de opstart de nodige ondersteuning van adviseurs binnen- en buitenshuis. Maar tegelijk stel ik vast dat velen denken dat het post-corona weer helemaal zoals pre-corona wordt. Men lijkt te denken dat we met tests/apps/mondmaskers alles gaan oplossen, en dat we binnenkort allemaal kunnen terugkeren naar een ‘normale’ manier van werken. Niets is minder waar.

Het nieuwe normaal is dat er geen ‘normaal’ meer is. Het coronaspook zal nog maanden-, misschien wel jarenlang, rondwaren. Er is geen andere optie dan tot een aangepaste manier van leven en werken te komen. Het gevaar is: als we deze corona-exit niet doordacht en gedisciplineerd aanpakken, gaan we onnodige risico’s creëren, of op weerstand stoten. En dan zijn we terug bij af. Hoe moeten we zo’n corona-exit op de werkvloer dan aanpakken om die tot een succes te maken?

 1: We moeten fundamenteel anders naar ‘werk’ gaan kijken

Veel bedrijven hebben nu ontdekt dat werken effectief anders kan, met telewerk en glijdende uren. Dat is goed, en opent deuren. Maar voor een terugkeer naar de werkvloer gaan we nog creatiever moeten zijn. We gaan op een radicaal andere manier naar werken moeten gaan kijken.

Wat betekent dat? We gaan inventief moeten omspringen met onze werkorganisatie: bijvoorbeeld in licht verschillende shiften eten en pauzes nemen om social distancing in de cafetaria te respecteren.

Een ‘one size fits all aanpak’ bestaat in deze context niet: in vele bedrijven zal de opstart per vestiging, per departement soms zelfs per activiteit anders moeten verlopen. Voor de boekhouding zal het immers anders werken zijn dan voor het atelier waar iedereen rondloopt.

Daarnaast gaan we moeten herzien hoe generaties kunnen samenwerken: in het Verenigd Koninkrijk gaan stemmen op om voor 20-ers eerder de lockdown op te heffen, aangezien het gezondheidsrisico in die leeftijdsgroep veel beperkter is dan bij 50+ers. Dat soort out-of-the box ideeën vertalen naar de werkcontext: dat hebben we nu nodig.

2: We moeten anders leren denken over risico’s

Vóór de coronacrisis hadden bepaalde sectoren van nature meer aandacht voor risico-assessments dan andere, omdat hun risico’s –  reëel of gepercipieerd – ook hoger liggen. De chemische industrie bijvoorbeeld, bepaalt voor medewerkers die in contact komen met chemische agentiae  wat een aanvaardbaar risico is, het zogeheten restrisico.

Maar vandaag heeft het virus de kaarten anders geschud. Iedereen, elke CEO, elke medewerker, zal aan de gedachte moeten wennen dat een nulrisico niet bestaat. Zelfs zogenaamde ‘gewone’ jobs op kantoor of in de fabriek houden nu een risico in dat ze vóór de pandemie niet hadden. We gaan dus allemaal moeten leren omgaan met dat restrisico.

Een goede risicoanalyse wordt belangrijker dan ooit: inschatten waar de gezondheidsrisico’s zitten voor medewerkers, bepalen welke restrisico’s aanvaardbaar zijn en beslissen hoe men er best mee kan omgaan door opleiding en instructie (bijvoorbeeld door social distancing, apps, mondmaskers of testen).

3: Er is veel meer aandacht nodig voor elkaars psychologisch welbevinden en veiligheidsgevoel

De neiging bestaat wel eens om als oplossing voor de corona-exit te focussen op wetenschap en technologie. Make no mistake: het zullen niet alleen de tracing apps en immuniteitstesten zijn die zullen zorgen voor een vlotte terugkeer. Wel de mensen.

Enkel en alleen als we ons allemaal veilig voelen op de werkvloer, kunnen we met succes werk maken van een heropstart. Dat betekent dat iedereen veel meer aandacht zal moeten hebben voor psychologisch welzijn: dat van onszelf in de eerste plaats, en dat van onze collega’s en team.

Die aandacht voor het psychologische aspect is nu al heel belangrijk, maar moet dat ook nog zijn als we opnieuw aan de slag zijn– de lockdown kan bijvoorbeeld voor alleenstaande collega’s of mensen met een moeilijke thuissituatie een zware impact hebben gehad. Bij hen zal van een frisse terugkeer allesbehalve sprake zijn, met zelfs een verhoogd risico op uitval door mentale druk tot gevolg.

We gaan dus allemaal samen beter voor elkaar moeten zorgen. Wie met angsten of twijfels zit, kan op de arbeidsarts of de psychosociale preventieadviseur een beroep doen. Voor leidinggevenden wordt het dus zeker belangrijk om medewerkers hun angst te laten ventileren, naar hen luisteren en samen op zoek te gaan naar manieren om gedrag te wijzigen.

Want deze coronacrisis is als een duatlon: het zware loopwerk om de curve af te zwakken ligt misschien grotendeels achter ons. Nu is het een kwestie van opnieuw op de fiets te springen en de pedalen niet kwijt te geraken.