LEUVEN/HALLE/VILVOORDE/BRUSSEL – Gino Vijncke, voorzitter van ETION (forum voor geëngageerd ondernemen), laat zijn licht schijnen over de coronacrisis en de (sociaal-economische) gevolgen hiervan. “Als bedrijven overwegen om gebruik te maken van compensatiemaatregelen, moeten ze zich dan niet eerst afvragen of ze tot de meest noodlijdenden behoren?”, vraagt Vijncke zich af in dit opiniestuk.
Met het stijgend aantal corona-besmettingen, hospitalisaties en overlijdens lijdt de volksgezondheid zware verliezen. We nemen terecht ingrijpende maatregelen om de gezondheid van zoveel mogelijk medemensen te beschermen, de verliezen te beperken. Er zijn bijwerkingen zoals isolement, verveling, (werk)onzekerheid. Ze bedreigen de mentale en sociale volksgezondheid. Dat veel mensen en organisaties ondersteunende acties ondernemen en mensen stimuleren om met elkaar in verbinding te blijven, is hartverwarmend.
Economische verliezen
De verliezen op economisch vlak als gevolg van (het bestrijden) van de coronacrisis zijn hallucinant. Beurzen lijden zware verliezen. Bedrijven verliezen inkomsten en winsten. Mensen worden tijdelijk werkloos en verliezen inkomen. Ook hier zijn er maatregelen. De overheid maakt het systeem van tijdelijke werkloosheid eenvoudiger, compenseert kosten, regelt uitstel van betalingen.
Solidariteit
Solidariteit is het sleutelwoord. Solidariteit is een fundamentele basiswaarde die leidt tot maatschappelijk engagement. Ons solidariteitsgevoel stelt ons in staat het gemeenschappelijk belang boven het eigenbelang te plaatsen. Gelukkig toont de waaier aan solidariteitsmaatregelen en acties dat het solidariteitsgevoel bij mensen en in groepen van mensen sterk aanwezig is.
En toch zit er een steentje in m’n schoen. In mijn beleving zijn de economische steunmaatregelen vooral bedoeld om de meest noodlijdenden te beschermen. Voor de zelfstandige die geïnvesteerd heeft en een periode zonder inkomen moet overbruggen. Voor het bedrijf dat afhankelijk is van de cashflow op korte termijn om het personeel te kunnen betalen. Voor de loontrekkende die technisch werkloos is en van het flink verminderd maandelijkse inkomen de rekeningen moet kunnen betalen.
Voor iedereen noodzakelijk?
Gebruik maken van het toch wel uitgebreide pakket aan compensatiemogelijkheden is ondertussen voor velen mogelijk, voor bijna iedereen wenselijk, maar ik durf me afvragen of het voor iedereen noodzakelijk is. Geen twijfel, het is onze plicht om te zorgen dat onze bedrijven veilig zijn, voor we solidair kunnen zijn met anderen. We nemen in deze noodsituatie best eerst het zuurstofmasker voor onszelf, en dan voor het kind naast ons. Maar eerlijk, ik stel me, als verantwoordelijke voor ETION, een batterij vragen waarop ik nog niet alle antwoorden gevonden heb:
Als we overwegen om gebruik te maken van compensatiemaatregelen, moeten we ons dan eerst afvragen of we tot de meest noodlijdenden behoren? Als we voldoende zuurstof hebben (historische winsten, reserves of cash) om zonder uitstel facturen en bijdragen te betalen, maken we dan gebruik van de kans om betalingen uit te stellen? Vragen we ons af of we geen andere partijen, misschien noodlijdender, in ademnood brengen? Zien we de maatregel technische werkloosheid alleen maar als een logische kans om omzet- en winstverlies te recupereren of als een kans om onze medewerkers te beschermen? Gaan we met onze medewerkers in overleg om hun noden in overeenstemming te brengen met die van het bedrijf? Waarderen we hun creatieve oplossingen om zinvol aan de slag te blijven? Is het naïef om onze mensen te stimuleren tot sociaal engagement en hen met eigen middelen net iets langer door te betalen als we dat kunnen?
Ethische reflectie
Ik denk niet dat er “juiste” antwoorden bestaan. Ik denk wel dat het onderscheid maken tussen wenselijkheid en noodzakelijkheid een kwestie is van ethische reflectie. Een dure term, het lijkt iets te zijn waar je veel tijd en geld moet voor hebben en dus in crisistijden weinig mee kan. Nochtans kunnen we ethische reflectie eenvoudigweg begrijpen als “zo veel mogelijk het goede proberen doen voor zoveel mogelijk mensen”.
Het helpt ons om in normale tijden een bedrijfsdoelstelling als winstmaximalisatie te begrijpen. Winst maken en zelfs veel winst maken is een legitiem bedrijfsdoel, zolang je dat op een correcte manier nastreeft. Zolang we participeren aan de solidariteitssystemen, we onze medewerkers correct behandelen en betalen en hen – op welke manier dan ook – laten participeren, we investeren in de duurzaamheid van ons bedrijf, we onze omgeving en het klimaat respecteren, we zorgzaam met onze stakeholders omgaan.
Dezelfde ethische reflectie kan ons in crisistijd helpen om te gaan met wat we kunnen benoemen als “het maximaliseren van het beperken van het verlies”. Doe zoveel mogelijk het goede voor zoveel mogelijk (groepen van) mensen. Wanneer ik dat voor ogen houd, geloof ik dat ik mijn antwoorden op de vragen die ik me hier stel, doordachter en genuanceerder kan formuleren.
Crisistijden vragen maatregelen. Zonder twijfel: wie de steun broodnodig heeft, wie het water aan de lippen heeft staan door de gevolgen van het virus, moet zich niet al te veel vragen stellen. De solidariteitsmaatregelen zijn er vooral voor hen. Ik hoop van harte dat zoveel mogelijk noodlijdenden deze periode overbruggen en de crisis overleven.
Tegelijkertijd durf ik een oproep doen aan allen die vanuit de eigen (economische) sterkte deze crisis het hoofd kunnen bieden. Laten we uiterst billijk en uiterst solidair zijn met de noodlijdende. Als we gebruik kunnen maken van maatregelen die onze verliezen beperken, laten we het doen in functie van de noodzaak voor ons bedrijf en niet alleen in functie van de wenselijkheid.
Laten we tegelijkertijd onze medewerkers, onze klanten, onze leden, onze leveranciers stimuleren tot solidariteit en maatschappelijk engagement. De kost, het omzet- of winstverlies op korte termijn kunnen we zien als een flinke maatschappelijke investering. Het dividend op langere termijn zal bestaan uit inzet en betrokkenheid van medewerkers, duurzame klanten- of ledenrelaties, en verbinding met de samenleving, waar we als persoon en met onze organisatie deel van uitmaken.