Op het event Trends in Brewing van de KU Leuven werden 140 tot 150 verschillende bierstijlen geregistreerd. Volgens professor Guido Aerts van de technologiecluster bioengineering technologie van de KU Leuven moet die classificering teruggebracht worden tot een twintigtal stijlen. Want de consument verliest zo stilaan het noorden.
De KU Leuven ontving topspelers uit de internationale brouwerijwereld voor het tweejaarlijkse event Trends in Brewing. De twaalfde editie van het congres focuste op de diversiteit van bieren en bierstijlen. Brouwerij Haacht uit Boortmeerbeek en AB InBev uit Leuven tekenden voor de Vlaams-Brabantse inbreng.
Meer dan 140 bierstijlen: het leidt tot verwarring. Op competities maakt een eindeloze reeks categorieën die problematiek duidelijk. “Er zijn tot vijftig soorten lagerbier. Brouwers teren op de onduidelijkheid om zich te positioneren. Er zijn veel consumenten die gepassioneerd zijn, maar hoeveel vinden hun weg nog?”, zegt Guido Aerts.
Volgens hem is het beter om te werken met een twintigtal bierstijlen (waaronder lager, ales, stoutbieren, lambiekachtigen of saisons) en daaronder een reeks subklassen. Die subklassen zijn nodig, want de revival van speciaalbieren is een feit. “De jonge generatie brouwers steekt er dynamiek in. Dat is nodig, want in Amerika worden steeds meer speciaalbieren gebrouwen. Belgische brouwers moeten opletten.”
In Nederland is al een aantal Amerikaanse bieren op de markt, ons land volgt die trend. Kwaliteit bewaken, vernieuwen, brouwen in Amerika of extra aandacht besteden aan transport zijn uitdagingen voor exporterende Belgische brouwers.
Er is ook een aantal nieuwe trends. Zo wordt volop geëxperimenteerd met wilde gisten, nieuwe hopvariëteiten, rijpen op houten vaten (zoals wijn- of whiskyvaten) of toevoegen van houtsnippers tijdens de rijping, bier versnijden of mengen met limonade. Ook in de glazen is er evolutie, onder meer een tendens naar kleinere stuks. De toekomst ligt in de degustatie van bier, veeleer dan in de consumptie, meent Aerts.