De Thai Aiyawatt Srivaddhanaprabha heeft aan het management van Oud Heverlee Leuven (OHL) laten weten dat hij de voetbalclub wil kopen om een project uit te bouwen zoals dat van zijn vader bij Leicester City. Dat zint de groep van Vlaamse investeerders niet. Zij stuurden woensdagavond hun kat naar de bijenkomst van de raad van bestuur.
Aiyawatt Srivaddhanaprabha is de zoon van Vichai Srivaddhanaprabha, de eigenaar van de uittredende Engelse landskampioen Leicester City. Hij is momenteel vicevoorzitter van de club, maar zou die onmiddellijk willen verlaten als OHL akkoord gaat met zijn plannen. Aiyawatt wil wat graag in de voetsporen van zijn vader treden. Met een zelfde project in België wil hij de studentenstad Leuven een prestigieuze voetbalclub bezorgen, gestoeld op jeugdwerking en verankering met de supporters.
Net als zijn vader in Leicester wil Aiyawatt de stad Leuven helpen in haar sociale ontwikkeling. Grote woorden. Maar een delegatie van OHL werd al wel uitgenodigd in Leicester. De groep Vlaamse investeerders, die eveneens de noodlijdende club uit de klasse 1B wil overnemen, liet woensdag weten niet tevreden te zijn met die gang van zaken.
De groep besliste eind maart om een voorstel uit te werken om OHL over te nemen en verder uit te bouwen. Tot 30 juni kan er officieel niet onderhandeld worden, omdat OHL zijn lot verbonden heeft aan een Chinese investeringsgroep. Maar de club zit nu wel rond tafel met de Thai.
“Wij zijn bereid om 2,5 miljoen euro te betalen voor de club in zijn totaliteit”, zeggen de lokale geldschieters. “Ons voorstel voorziet in een werkingsbudget van 5 miljoen euro per jaar en we willen alle verplichtingen tegenover het stadsbestuur nakomen.”
De groep wil van OHL een breed gedragen gemeenschapsclub maken met een sterke lokale verankering, supportersparticipatie, een toekomstgericht jeugdproject en tal van initiatieven op het vlak van beleving rond het voetbal. Alsof daar nog beleving mogelijk is, anno 2017.
“Het plan werd niet extern gecommuniceerd om het overleg met de club zo sereen mogelijk te laten verlopen en het alle kansen te geven die het verdient, in een periode waarin de redding in 1B prioritair was. Maar nu blijkt dat onderhandeld wordt met een nieuwe buitenlandse investeerder. De sperperiode lijkt dus alleen op de Vlaamse ondernemers van toepassing.”
Eergisteren, na de door de groep vooropgestelde einddatum, kwam er plots een reactie van de club met een bijkomende vragenlijst en een uitnodiging om daar binnen de 48 uur op te antwoorden.