De twee stallen in Neerhespen, deelgemeente van Linter, zijn elk gevuld met 38.000 eitjes. Vrijdag zijn ze geleverd, en de eerste kuikentjes komen al uit hun eitje piepen. Tegen dinsdagmiddag zijn alle eitjes normaal gezien uitgekomen.
Dat de eitjes in de pluimveestal zelf uitkomen, is vrij nieuw in de sector. Bij de traditionele manier van werken worden de eitjes bevrucht en groeit het embryo in een broeierij. Na 21 dagen wringen de kuikens zich uit het ei. Nadien worden ze getransporteerd naar de pluimveehouder, die de dieren verder opkweekt.
18 dagen oud
De nieuwe techniek van firma NestBorn brengt de eitjes al wanneer ze 18 dagen oud zijn naar de pluimveehouder. Met een speciale machine, ontwikkeld door het bedrijf, worden ze met honderden tegelijk in het zaagsel op de vloer van de stal geplaatst. De temperatuur van de eitjes wordt continu gemonitord.
De resterende drie dagen brengen ze in de stal door, waar ze dan ook uitkomen. Zo hoeven de dieren niet meer levend getransporteerd te worden. Ze hebben ook sneller toegang tot water en voeder.
NestBorn verzekert dat er zo 1 procent meer kuikens levensvatbaar geboren worden. Op een totaal van 42 miljoen kippen in 2021, zou dat potentieel 420.000 extra kippen opleveren. Er is ook tot 50 procent minder antibiotica nodig om de dieren gezond te houden, en consumenten hebben tot 5,6 keer meer kans op het kopen van een kip die volledig antibioticavrij is.
“Doordat ze geen transport meer moeten doorlopen, kunnen ze meteen, op hun eigen tempo, eten en drinken”, vertelt Erik Hoeven, algemeen manager van NestBorn. “Ze komen op een stressvrije plaats terecht. Zo verhogen we het dierenwelzijn. En een gelukkigere kip leidt tot een gezondere kip.”
Enkel voordelen
De landbouwer zelf moet relatief weinig aanpassingen doorvoeren om het nieuwe systeem te implementeren. Op vlak van infrastructuur is er geen enkele extra investering nodig. Qua tijdsbesteding is er wel een extraatje: de dieren komen drie dagen eerder toe dan bij de traditionele manier, dus moet een landbouwer vroeger met de voorbereiding beginnen.
“Maar in het totaalplaatje valt dat goed mee”, vertelt pluimveehouder Véronique Buntinx uit Neerhespen. “Moest er een grote investering mee gemoeid zijn, zou ik harder getwijfeld hebben. Nu is de aanpassing beperkt. Het is ook leuk om de kuikentjes zelf geboren te zien worden, en op vlak van dierenwelzijn zijn er enkel voordelen.”
Minister Weyts was maandag onder de indruk van de techniek. “Het is een staaltje van Vlaamse toptechnologie, dat zeker zijn plaats kan vinden in het nieuwe dierenwelzijnslabel dat we aan het ontwikkelen zijn. We investeren altijd graag in innovatie en technologie, maar doen dat met nog meer liefde en passie als het voor dierenwelzijn is.”
Eind dit jaar zou het Vlaams label ‘Beter voor Dieren’ klaar zijn voor de varkenssector. In 2024 worden de kippen onder de loep genomen. Aan de hand van het aantal gegeven sterren zou een consument dan kunnen zien hoe sterk rekening is gehouden met dierenwelzijn voor de productie van een bepaald stuk vlees.
