Op de Nederlandse snelwegen en in bedrijfsgebieden rijden al 1.300 zogeheten ecocombi’s. Met hun 25,25 meter lengte vervoeren twee ecocombi’s evenveel als drie klassieke vrachtwagens. Hun CO²-uitstoot zakt bovendien met een derde. In België loopt sedert dit jaar een proefproject. Ninatrans uit Leuven rijdt met een ecocombi voor AB Inbev. Nederlandse ecocombi’s mogen nog niet in ons land rijden.
Een delegatie van het Beneluxparlement bezocht het transportbedrijf Versteijnen in het Nederlandse Tilburg en sprak er ook met de federatie Transport en Logistiek Nederland. De delegatie van het Beneluxparlement bestond uit parlementsvoorzitter Maya Detiège (sp.a), de commissievoorzitters Joost Taverne (VVD) en Willem Draps (MR) en verder uit Erik Meijer (SP-Nederland), Sabine Vermeulen (N-VA), Patricia Creutz (Duitstalige christen-democraten) en Louis Siquet (Duitstalige sociaal-democraten).
Voor transporteur Versteijen rijden er 45 ecocombi’s. Versteijen heeft al een hub in Vilvoorde en wil er graag met zijn ecocombi’s naar toe. Maar dat mag pas als Vlaanderen ermee instemt. Versteijnen hoopt dat het bezoek bij de parlementsleden enkele bezwaren de wereld uit helpt.
Heel snel zal die toelating er wellicht niet komen. De ecocombi van Ninatrans maakt deel uit van een proefproject van de Vlaamse Overheid. De ecocombi volgt een vast vergund traject van NinaTrans in Heverlee tot bij Katoen Natie in de haven van Antwerpen. Het volledige traject, over de E40, ring rond Brussel, E19 en de A12 tot in de haven, voldoet aan alle verkeersveiligheidsvoorwaarden. Het traject is zo bepaald dat het grootste deel via de snelweg verloopt met een beperkt voor- en natraject. De transportdata van de ecocombi-transporten zal worden vergeleken met deze van traditionele transporten om een objectieve evaluatie van het project mogelijk te maken.