In september 2019 opende brasserie De Met – het pronkstuk van de Vilvoordse Grote Markt – eindelijk opnieuw de deuren. Uitbater Noël Smets keerde terug naar zijn roots, want ook tussen 1993 en 2000 baatte hij De Met al uit. Na 20 jaar in brasserie Franklin keerde hij terug.
Smets wachtte wel een serieuze taak. Het beschermde pand van De Met mag dan wel ideaal gelegen zijn, toch liggen de gloriedagen van de brasserie al jaren achter ons. Onder meer een geschil tussen de stad Vilvoorde – de eigenaar van De Met – en erfpachthouder Brouwerij Haacht over de noodzakelijke renovatiewerken zorgde ervoor dat de uitbating van de brasserie moeilijk was. Daardoor stond het gebouw de voorbije jaren ook meermaals lange tijd leeg.
Dure grap
Smets wilde De Met een nieuw elan geven als brasserie-restaurant met klassieke Vlaamse keuken. Er werden ook heel wat renovatie- en opfrissingswerken uitgevoerd. Maar na ruim drie jaar is het verhaal nu ten einde. Vanaf maandag gaat De Met niet meer open.
“Het was niet meer haalbaar noch leefbaar”, zucht Smets. “De peperdure energiefacturen, klanten die minder opdoen, de loonkost, noem maar op. De inflatie in zijn geheel heeft mij de das omgedaan. We geraken niet meer uit de kosten en ik moet elke maand bijpassen. Het is een heel dure grap geweest.”
Alles via ‘Teams’
Smets benadrukt dat hij een heel moeilijk parcours voor de wielen kreeg geschoven in De Met. “We zijn maar een paar maanden voor corona losbarstte, opengegaan. De investeringen gingen over budget omdat het gebouw niet toeliet om alles te doen zoals we het wilden. Dan volgden de lockdown en de energiecrisis. Tel daarbij ook het feit dat het heel moeilijk is om personeel te vinden.”
Ook de klanten laten het geld minder rollen. “Er zal wel een bepaalde generatie zijn die dit voelt. Ik had in de Franklin klanten die elke vrijdag kwamen, maar die zie je niet meer. Gepensioneerden en koppels met twee kinderen die geen firmawagen hebben: die mensen voelen dat, hè. We hebben ook twee vergaderzalen die volledig ingericht zijn, maar intussen gebeurt alles via ‘Teams’.”
“Bloed opkuisen”
“Wat er precies aan de basis ligt, doet er overigens ook niet meer toe”, vervolgt Smets. “Ik kom niet meer uit de kosten en moet de boel sluiten. Ik ben met mijn smoel keihard tegen de muur gelopen en nu moet ik mijn bloed opkuisen. Ik moet naar de handelsrechtbank om de boeken neer te leggen. Dit gaat mij heel veel geld kosten.”
Wat de toekomst gaat brengen laat Smets, die intussen al 32 jaar in de Vilvoordse horeca actief is, nog in het midden. “Maar het is duidelijk dat we het geweer van schouder gaan veranderen.”