Het is 1125 wanneer de benedictijnen van Affligem een stukje grond krijgen in Leuven om er een klooster op te stichten. Het is een schenking van ‘Godfried met de Baard’. De monniken die hier de streek ontwikkelen en het land bewerken, komen dan al met brood, kaas en bier.
In tegenstelling tot de Abdij van Park en die van de Keizersberg is Vlierbeek al bijna tweehonderd jaar niet meer bewoond. Maar de plaats wordt wel bewaard en benut. Op het domein zijn nog twee bakovens terug te vinden uit de tijd van de monniken. Een ervan was volgens de Heemkundige Kring Vlierbeek specifiek bedoeld voor broodbedeling aan de armen.
Omdat de abdij volgend jaar negenhonderd jaar bestaat, herlanceert de abdij nu brood en kaas. Bier was er al, met de Vlierbeek Grand Cru. Het abdijbrood en de abdijkaas worden vrijdag officieel gelanceerd tijdens de Zomerbar op de Vlierbeekse Feesten met een degustatie.