LEUVEN/HALLE/VILVOORDE – Maar liefst 51,6% van wie werkt in Vlaams-Brabant, is te zwaar. Daarmee haalt de provincie een iets beter rapport in vergelijking met de doorsnee Belgische werknemer (55,4%). Dat blijkt uit een rapport van IDEWE, de grootste externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Voor het onderzoek werden de medische gegevens van meer dan 39.000 werknemers in Vlaams-Brabant onder de loep genomen. Er is sprake van overgewicht wanneer iemand een body mass index (BMI1) van meer dan 25 heeft. Met een BMI van meer dan 30 ben je obees of zwaarlijvig. Maar liefst 33,8% van de Vlaams-Brabantse werknemers liet een BMI optekenen tussen de 25 en 30. Bijna 1 Vlaams-Brabantse werknemer op 5 (17,8% – tegenover gemiddeld 19,3% in België) haalde een nog hogere ‘score’ en was dus obees.
Te veel stilzitten
Overgewicht en zwaarlijvigheid hebben niet alleen met slechte eetgewoonten te maken; we zitten ook te veel en bewegen te weinig. De Wereldgezondheidsorganisatie schrijft voor om minstens vijf dagen per week een half uur matig (bijvoorbeeld stevig wandelen of fietsen aan minder dan 20 km/uur) of drie dagen een klein half uur intensief (bijvoorbeeld fietsen vanaf 20 km/uur, lopen) te bewegen. Maar liefst 68,9% van de Vlaams-Brabantse werknemers haalt deze richtlijn niet. Daarmee doet de provincie het iets beter in vergelijking met het Belgische gemiddelde (70,2%).
Laagdrempelige acties
“Wie te weinig beweegt, maakt meer kans op hart- en vaatziekten, een hoge bloeddruk, overgewicht en diabetes. Ik pleit daarom voor meer leuke en laagdrempelige acties die gedragen worden door zowel de werknemers als de werkgevers. Ook deze laatsten hebben te winnen bij fitter personeel: dit maakt de werknemers productiever én zorgt voor minder ziekteverzuim,” besluit Lode Godderis, directeur van de dienst ‘Kennis, Informatie & Research’ van IDEWE.