ZAVENTEM – We kunnen er niet omheen: wat digitalisering betreft, heeft de bouw- en installatiesector dikwijls een log, verouderd imago. In sommige organisaties zorgde de digitalisering dan wel voor disruptie, bij veel andere organisaties ging digitale transformatie vooral gepaard met struikelblokken. En op gebied van optimalisatie en automatisatie bleven er veel kansen onbenut. Dat blijkt uit de Digitale Barometer, een online onderzoek van GMI Group in samenwerking met Microsoft, rond de digitaliseringsnoden bij Vlaamse bouw- en installatiebedrijven.
In een notendop:
Op de vraag of men de voorbije 2 jaar geïnvesteerd heeft in software om de samenwerking te bevorderen, antwoordt ruim 40% van de ondervraagde organisaties opvallend negatief. “Investeren in dergelijke systemen en platformen, zou vandaag nochtans topprioriteit moeten zijn…”, luidt het bij GMI Group. Voorts zegt 80% van de respondenten werk te maken van digitalisering maar volgens de onderzoekers is dat een breed begrip. “Enkel organisaties die het commerciële proces en de organisatorische samenwerking naar een topniveau kunnen brengen, maken het verschil”, luidt het.
Daarnaast is het volgens GMI Group van groot belang om het ganse commerciële traject te stroomlijnen op een geïntegreerde manier, bij voorkeur in hetzelfde systeem. Bovendien moeten niet alleen klanten in kaart gebracht worden, maar ook alle belanghebbenden bij het volledige bouwproject. Bijna 6 op 10 zegt werk te maken van software voor projectbeheer. Ten slotte wil 4 op 5 bedrijven sneller kunnen werken. “Efficiëntie is een belangrijk voordeel van digitalisering. Maar om sneller te kunnen werken, moeten medewerkers toegang hebben tot informatie die ze nodig hebben, vanop eender welke locatie. De socio-economische uitdagingen die de recente coronamaatregelen met zich hebben meegebracht, stellen dit nog scherper”, besluit GMI Group.