Cohabs bestaat nog maar acht jaar, maar is aan een indrukwekkend parcours bezig. Het bedrijf koopt grote gebouwen op, verbouwt ze tot cohousewoningen en verhuurt dan elke kamer afzonderlijk aan jonge mensen. “Een beetje zoals een universiteit die koten uitbaat, maar dan luxueuzer en niet voor studenten”, zegt CEO Youri Dauber (35), die samen met zijn broer Malik (40) en hun vriend François Samyn (40) het bedrijf in 2016 heeft opgericht.
Het aantal kamers per huis varieert tussen de zeven en zevenentwintig en de gemiddelde leeftijd van huurders bedraagt 28 jaar. Elke bewoner heeft een bemeubelde slaapkamer, al dan niet met eigen sanitair, de rest van de voorzieningen wordt gedeeld met een aantal huisgenoten. In de meeste gebouwen zijn er meerdere ingerichte leefruimtes, keukens en bureaus ter beschikking. En vaak is er daarnaast ook een tuintje of terras, een sportruimte en een cinemakamer te vinden. Voor een kamer in hartje Brussel betaal je tussen de 650 en 875 euro per maand.
“Ik beschrijf het als premium cohousing”, zegt Dauber. “Wie wil cohousen op de reguliere wijze, zal waarschijnlijk goedkopere opties vinden dan Cohabs, maar dan heb je zeker niet dezelfde voorzieningen. Daarnaast zijn we wel een pak betaalbaarder dan een studio die je op je eentje zou huren.” Hun concept slaat duidelijk aan, want wat begon met één huis in Brussel, is ondertussen gegroeid tot de verhuur van meer dan 3.000 kamers verspreid over zeven wereldsteden. Naast Brussel, waar zich nog steeds het hoofdkantoor bevindt, is Cohabs ook actief in Parijs, Londen, Milaan, Madrid, Luxemburg en New York. Binnenkort komen daar nog Washington D.C. en Marseille bij.
Toeval
Hoe ze op dit idee zijn gekomen, vragen we aan Dauber. “Eigenlijk eerder toevallig”, bekent hij. “Ik had hiervoor al twee IT-bedrijfjes samen met mijn broer en nadat we die verkocht hadden, beslisten we om het geld in vastgoed te investeren. Het eerste huis dat we kochten, was toevallig al een gedeeld huis. We hebben toen gepraat met die huurders en op basis van dat gesprek wat dingen gerenoveerd en een applicatie ontwikkeld om de communicatie met hen te vergemakkelijken. En ineens dachten we: ‘Shit, dit werkt en hier zit een businessmodel in.’ De rest is geschiedenis.” (lacht)
“Het concept van cohousing is uiteraard niet nieuw, maar het innovatieve zit hem in het merk errond, de verhoogde toegankelijkheid voor huurders en de community die we proberen te creëren”
Youri Dauber, medeoprichter en CEO van Cohabs
“Het concept van cohousing is uiteraard niet nieuw, maar het feit dat bedrijven als het onze dat proberen te structureren is dat wel. Het innovatieve zit hem in het merk errond, de verhoogde toegankelijkheid voor huurders en de community die we proberen te creëren. Onze app speelt daar onder meer een belangrijke rol in”, aldus Dauber. Cohabs beperkt zich dan ook niet alleen tot verhuur, maar het bedrijf organiseert ook regelmatig evenementen voor de bewoners van hun panden.
Beurs
De ambities van Dauber reiken ver. Tegen 2026 wil hij het totaal aantal Cohabs-slaapkamers minstens verdubbelen. “Vandaag bezitten we ongeveer 600 miljoen euro aan vastgoed. En we zijn volop bezig met nieuw kapitaal op te halen om elk jaar 1.000 à 1.500 extra bedden aan te kunnen bieden. Vooral in de steden waar we nu al actief zijn, hopen we onze aanwezigheid te vergroten. Uiteindelijk droom ik ervan om Cohabs ook op de beurs te brengen. Voorlopig zitten we op schema, maar je weet nooit wat het morgen wordt. Misschien ben ik wel een beetje té ambitieus.”
Cohabs telt op dit moment een zeventigtal vaste werknemers verdeeld over zes verschillende kantoren. Wat opvalt, is dat het voornamelijk om erg jonge mensen gaat. Een bewuste keuze, zegt Dauber. “Het is gewoon logischer omdat ons concept ook op jonge mensen is gericht. Vijf procent van onze werknemers woont zelf in een Cohabs-vestiging. Maar aangezien we nu echt groot aan het worden zijn, hebben we stilaan meer nood aan ervaring om het bedrijf te structureren. De raad van bestuur wil oudere, meer ervaren werknemers, maar in de praktijk is het niet zo evident om die te vinden. Ons project is erg intensief en vraagt heel veel toewijding, en dat spreekt oudere mensen vaak minder aan.”