Meer dan twee jaar geleden sloot slagerij Pikaerts, gevestigd in het centrum van Keerbergen, de deuren. Al die tijd stond het pand leeg en beschikte Keerbergen niet meer over een zelfstandige slagerij. Tot Alwin Van Geel zich onlangs kandidaat stelde om er opnieuw een slagerij in te openen. Nochtans had hij het pand al sinds de sluiting op het oog.
“We hebben gewacht tot de grote wegenwerken in het centrum voorbij waren”, bekent hij. Tijd om te wachten had hij. Al vele jaren staat hij dagelijks met zijn mobiele slagerij op tal van markten, van Mortsel en Duffel, tot Mechelen en Steenokkerzeel. En dat wil hij ook na de opening van zijn winkel in Keerbergen blijven doen.
85 uur werken
“Ik ben het hard werken gewoon”, zegt Alwin. “Dagelijks sta ik om 3 uur op, iedere week draai ik ongeveer 85 uur. Na de middag zal ik altijd in Keerbergen zijn.”
Dat hij hard werken gewoon is, mag heel letterlijk genomen worden. Sinds zijn 12de staat heel zijn leven, bijna dag en nacht, in het teken van de slagerij.
“Ik wist al heel snel dat ik iets met eten wou doen”, blikt hij terug. “Ik stond altijd samen met mijn moeder in de keuken, op mijn 11de kon ik al bechamelsaus maken.” Hij koos voor de opleiding beenhouwerij en spekslagerij, om dit op 14 jaar al te combineren met avondschool ‘chef-kok’. “Ik was de enige jongere die dat volgde”, vertelt hij.
Gemotiveerd
“Overdag zat ik op de schoolbanken, ’s avonds ging dat gewoon verder. Al heb ik er speciaal toestemming moeten krijgen om dit te mogen doen gezien mijn leeftijd.”
Op zijn 19de trok hij naar Brugge voor de opleiding Industriële Vleeswaren, en opnieuw combineerde hij deze dagopleiding met avondschool bij Spermalie, om ook het koksdiploma te behalen. “Ik ben altijd heel gemotiveerd geweest”, beseft hij. “Ik wist heel duidelijk wat ik wou en ging daar voor.”
En ook in het weekend kende hij geen rust. “Geregeld hielp ik mijn moeder in haar marktkraam”, gaat hij verder. “Of werkte ik bij beenhouwerij Renmans.” Het was ook bij deze keten dat zijn slagerscarrière na zijn afstuderen echt van start ging. “Zes jaar heb ik er gewerkt”, vertelt hij. “Van medewerker tot chef-beenhouwer.”
Nieuwe dromen
Tot hij elf jaar geleden de kans kreeg zich als zelfstandig slager waar te maken, door een marktkraam over te nemen. Daar voegt hij nu, samen met vriendin Jessica, voor het eerst een eigen, vaste winkel aan toe. Met naast de traditionele vleeswaren, vooral ook veel zelfbereide specialiteiten, zoals zijn vol-au-vent, de hersensaus voor de kop-in-het-zuur of tal van andere zelfbereide slaatjes. En zijn groot aanbod aan Italiaanse charcuterie, zoals de Ventricina, de Finocchina of de Prosciuto di Roma, want daar is hij wel heel fier op.
“En vergeet mijn speciale steaks niet”, voegt hij er nog aan toe. Gedreven, zoals hij dat al 25 jaar is. En nog lang wil blijven. Want zelfs nu zit hij nog volop nieuwe dromen. Zoals over een eigen steakrestaurant. “Maar eerst willen we van de slagerij een vaste waarde maken”, besluit hij.