IMG_3520-001 Zwembad van Sportoase in Leuven.

Groep Sportoase groeit sneller dan verwacht

Groep Sportoase, met maatschappelijke zetel in Leuven, kende de afgelopen jaren een stevige groei. Intussen telt de uitbater van publiek toegankelijke sportinfrastructuur veertien exploitaties. “We zitten iets voor op de groeiprognoses”, zegt directeur business development Wouter Haegemans.

Na de oplevering van de zwembadsites in Wilsele, Roeselare en Lanaken dit jaar, telt de Groep Sportoase momenteel veertien exploitaties van sportinfrastructuur verdeeld over de provincies Antwerpen, Limburg, Oost- en West-Vlaanderen, Henegouwen en Vlaams-Brabant. De organisatie die in 2005 werd opgericht als een partnerschap van bouwgroep Van Roey en dienstverlener Cofely Services (Engie, nvdr.), tekende voor een stevige groei. “We zitten iets voor op de groeiprognoses”, vertelt directeur business development Wouter Haegemans van Groep Sportoase. “Op korte termijn zijn we erin geslaagd marktleider te worden in dit nichesegment.” Behalve Groep Sportoase is o.a. ook de S&R-Group uit Heverlee actief in de business van de sport-en recreatiecentra.

Tering naar de nering

Steden en gemeenten moeten de tering naar de nering zetten en zoeken oplossingen voor hun dure zwembaden. In sommige gemeenten is die infrastructuur ook aan vervanging toe. En dan stelt zich de vraag of de stop uit het bad moet dan wel alternatieve financiering/exploitatie moet worden gezocht. En dan komt Groep Sportoase op het toneel. “We hebben de besturen heel wat voordelen te bieden. In de eerste plaats denk ik dan aan de knowhow maar ook schaalvoordelen rond normering, aankoop en personeel zijn belangrijk. We zien dat heel wat gemeenten de uitbating van een zwembad niet meer tot hun corebusiness rekenen maar ze willen het zwemaanbod wel behouden voor hun inwoners”, aldus nog Haegemans.

DBFMO

Om de investering en uitbating van een zwembad betaalbaar te houden zijn er de zogenaamde DBFMO (Design, Build, Finance, Maintenance en Operate, nvdr.)-constructies in het leven geroepen. Bij DBFMO is er een publiek-private samenwerking, waarbij het consortium de financiering aantrekt, wat de overheid vrijstelt van prefinanciering. De contracten worden aangegaan voor periodes variërend van 20 tot soms wel meer dan 30 jaar. In die contractperiode betaalt de overheid een jaarlijkse vergoeding aan het consortium voor het DBFMO-model. De inkomsten van de uitbating van de infrastructuur int het consortium dat dus ook zorgt voor het onderhoud en de uitbating.

Verdere groei

De groei van Groep Sportoase is niet ten einde. Op dit moment wordt er gewerkt aan nieuwe infrastructuur in Londerzeel, Heist-op-den-Berg en Deurne Ruggeveld. Bij Groep Sportoase werken 350 personeelsleden. Daar bovenop doet de organisatie een beroep op 150 freelancers, veelal lesgevers.

.