Fruittelers in het Hageland boren nieuwe afzetmarkten aan

perenDoor de verlenging van het Russische invoerverbod op appels en peren blijven de fruittelers in het Hageland met kopzorgen zitten. Maar het is niet al kommer en kwel. De boycot maakt dat de telers gedwongen andere afzetmarkten voor hun fruit aanboren.

“Als Rusland ons fruit niet meer importeert, stevenen de meeste telers in het Hageland af op een faillissement.” Dat was de teneur na het invoerverbod van 7 augustus 2014. De telers vreesden vorige zomer nog het ergste maar de gevolgen voor de appel- en perenexport zijn met een daling rond twintig procent beperkter dan gevreesd.

Dat de boycot niet leidde tot een catastrofe is het gevolg van twee evoluties: een toename van de perenconsumptie in veel Europese landen en een verschuiving in de export. Tachtig procent van de peren uit het Hageland wordt naar het buitenland geëxporteerd. Zestig procent daarvan was voor Rusland bestemd. De fruittelers moesten op zoek naar nieuwe afzetmarkten om hun exportverlies deels goed te maken.

Een van de nieuwe exportbestemmingen is China. De Belgische Fruitveiling, met vestigingen in Glabbeek en Zoutleeuw, boorde als eerste de Chinese markt aan. Andere groeimarkten zijn Wit-Rusland, Canada, Brazilië en West-Europese landen als Spanje, Frankrijk, Duitsland, Scandinavië en Engeland. De zoektocht gaat onverminderd voort, zeker nu het Russische invoerverbod verlengd werd tot augustus 2016.

De appel- en perenboeren leden volgens de Boerenbond het voorbije jaar een omzetverlies van twintig procent. Aanvankelijk was een verlies van 35 procent ingecalculeerd. Maar bovenop het uiteindelijk verlies van ruim tien procent van de afzetmarkt (niet geoogst of uit de markt genomen) kwam de prijsdaling. Voor de populaire conférencepeer werd op de veiling een daling van 24 procent genoteerd. Veel jonge telers in het Hageland kunnen hun hoge investeringskosten daardoor moeilijker terugbetalen.