De Vlaamse regering organiseerde een oproep voor vijf partnerschappen om het probleem van tekorten in de kinderopvang aan te pakken. Concreet worden er nu vijf samenwerkingsverbanden en proeftuinen opgezet tussen organisaties die bedrijven bereiken en organisatoren van vergunde kinderopvang. Zij moeten werkgevers en werknemers informeren, samen met bedrijven zoeken naar een model waarbij werkgevers investeren in kinderopvang, samen met bedrijven zoeken naar een model waarbij werkgevers investeren in kinderopvang, deze opvangplaatsen beheren en coördineren en leren uit hun aanpak.
Voka – KvK Vlaams-Brabant en Ferm zullen geïnteresseerde bedrijven en organisatoren kinderopvang samenbrengen met het oog op het realiseren van kinderopvangplaatsen voor werknemers in co-creatie, in het bedrijf of bij een kinderopvang in de buurt.
Belangrijke maatschappelijke opdracht
“Gezien de arbeidskrapte zijn bedrijven die voor kinderopvang zorgen een meerwaarde voor (toekomstige) medewerkers”, zegt Kris Claes, gedelegeerd bestuurder van Voka – KvK Vlaams-Brabant. “Daarnaast spelen ze een belangrijke maatschappelijke rol gezien het nijpend tekort in kinderopvang. Op deze manier willen we in Tienen 35 extra plaatsen realiseren.”
“Steeds meer bedrijven contacteren ons met vragen rond kinderopvang voor hun medewerkers. Ferm gaat voor kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang. We zetten graag onze expertise in om mee oplossingen te bieden voor de groeiende vraag van werkgevers”, vertelt Ellen Verpeet, directeur van Ferm Kinderopvang. “Daarmee vervullen we een belangrijke maatschappelijke opdracht want zonder kinderopvang kan de economie niet draaien.”
“Het is belangrijk om te benadrukken dat we met deze vijf proefprojecten in deze fase vooral willen ontdekken hoe kinderopvang succesvol via bedrijven kan aangeboden worden”, zeggen Jo Brouns, Vlaams minister van Werk, en Hilde Crevits, Vlaams minister van Gezin. “De partnerschappen hebben dan ook de taak om gezamenlijk lessen te trekken over hun verschillende methodieken, zodat we dit in de toekomst verder kunnen uitrollen.”