Het bedrijf wil de batterijparken bouwen op zijn sites in Vilvoorde (200 megawatt), Kallo (100 megawatt) en Drogenbos (80 megawatt). De batterijen zullen samen vier uur lang voldoende stroom kunnen geven om het verbruik van meer dan 180.000 gezinnen te dekken, klinkt het.
Engie zegt een belangrijke speler te willen worden in lokale opslag van energie. Er is nood aan dergelijke opslag door de toenemende productie van hernieuwbare energie (zoals windmolens en zonnepanelen), die al eens durft te schommelen afhankelijk van wind en zon. “Met dergelijke grote volumes kunnen de batterijen het elektriciteitsnet helpen om pieken in (hernieuwbare) energieproductie op te vangen dankzij opslag en deze energie weer vrij te geven op momenten van lagere productie”, zegt Engie in een persbericht.
Operationeel in 2025
Op de site van Drogenbos heeft Engie al voor 6 megawatt aan batterijen staan. De nieuwe projecten zijn de eerste grote batterijparken die het bedrijf plant. “Het gaat om een investering van 100 tot 150 miljoen euro per 100 megawatt”, zegt Engie-woordvoerster Hellen Smeets.
Het bedrijf verwacht in de zomer een antwoord te krijgen op de vergunningsaanvragen, voor de projecten zelf wordt er gerekend met een doorlooptijd van twintig tot dertig maanden. “De batterijparken zouden tegen de winter van 2025 operationeel kunnen zijn”, aldus Smeets.
De sites van Vilvoorde, Kallo en Drogenbos kwamen als beste locaties uit de bus na een haalbaarheidsonderzoek. “Deze terreinen, die eigendom zijn van Engie, beschikken over de nodige ruimte, faciliteiten en mogelijke aansluitingen op het hoogspanningsnet”, zegt het bedrijf.
Engie heeft met de spaarbekkencentrale van Coo, in de provincie Luik, al een andere vorm van grootschalig energieopslagsysteem. Die is goed voor 1.080 megawatt.