De helft van de 347.000 Vlaamse ondernemers heeft geen werkbaar werk. Dat blijkt uit een grote studie van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). In de horeca vinden zes op tien zelfstandigen dat hun baan onwerkbaar is. Ook in de landbouw en de bouw is de toestand alarmerend.
Het overlegorgaan van de sociale partners peilt elke drie jaar bij de zelfstandigen in welke mate hun werk tot stress leidt, of ze voldoende evenwicht vinden met hun privéleven, of ze gemotiveerd blijven en genoeg leerkansen krijgen. Dat is de zogenaamde werkbaarheidsgraad.
Waar er tussen 2010 en 2013 nog een stijging werd opgetekend van 47,8 tot 51,4 procent kalft dat cijfer dit jaar af naar 50,7 procent. Dat betekent dat zomaar eventjes 49,3 procent van de zelfstandigen zoveel klachten heeft dat hun baan onwerkbaar is (geworden).
In de horeca gaat het zelfs om 62,3 procent van de zelfstandigen. Ook de landbouw (54,7 procent) en de bouw (52,1 procent) scoren heel slecht. Stress op het werk en de psychologische vermoeidheid die daaruit voortvloeit, blijven het grootste probleem.
“De sociale partners en de Vlaamse regering hebben zich al in 2001 geëngageerd om tegen 2020 te streven naar een werkbaarheidsgraad van 55 procent. Zo hopen ze om zelfstandigen langer aan de slag te houden. Afgaande op deze resultaten wordt dit een lastige opdracht”, zegt Serv-voorzitter en Unizo-topman Karel Van Eetvelt.
Soelaas kan komen van een meer eenvoudige administratie. Volgens specialisten moeten ondernemers ook blijvend aangespoord worden om hun managementscompetenties te versterken.