Bij een faillissement krijgen de RSZ, BTW en de werknemers (lonen) voorrang bij uitbetaling van de opbrengsten van de verkoop van de activa van de gefailleerde zaak. Drankenhandelaars, daarentegen, zijn geen bevoorrechte schuldeisers. En dat zullen heel wat drankenhandelaars na de faling van het bedrijf Minak (Léberg Bronnen) geweten hebben.
Ze blijven met honderden, sommigen zelfs met duizenden bakken leeggoed zitten en krijgen hiervoor geen cent meer. Het verlies kan hierdoor oplopen tot enkele duizenden euro’s. Dat heeft curator Jos Mombaers bevestigd aan de advocaat van een van de gedupeerden, drankenhandel De Neys-Asselman uit Liedekerke. “Ik zit nog met 600 tot 700 lege bakken”, zegt Hubert De Neys bij de collega’s van VRT . “Er zit niets anders op dan de bakken naar het containerpark te brengen.”
Minak ging in november vorig jaar failliet. Er waren onder andere problemen met het spoelwater, het bedrijf werd getroffen door een brand en dan was er nog de coronacrisis. En alsof dat nog niet genoeg was, draaide huisbankier Belfius de geldkraan dicht. Hierdoor raakte het bedrijf in financiële ademnood. Personeel kreeg niet of niet tijdig hun loon en leveranciers eisten boter bij de vis. Een 15-tal werknemers verloor hun job.