vues01_finale

Consortium in pole position voor nieuwe NMBS-hoofdzetel

SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE/OUDERGEM/BRUSSEL – Een consortium bestaande uit de bedrijven Besix, CFE en Immobel is de topkandidaat voor de bouw van de nieuwe hoofdzetel van de NMBS aan het station Brussel-Zuid, een project van honderden miljoenen euro’s die grotendeels in “natura” zal betaald worden. 

Het consortium werd door de raad van bestuur van de NMBS aangeduid als “voorkeursbieder”, zo meldde de NMBS eind vorige week. Het krijgt in ruil vier huidige NMBS-kantoorsites in handen.

Jasper-Eyers 

De nieuwe hoofdzetel, met een oppervlakte van zowat 75.000 vierkante meter, komt aan de Fonsnylaan, tussen de straat en de sporen. Het geselecteerde project is van de hand van de architectenbureaus OMA (met de Nederlandse architect Rem Koolhaas), Jaspers-Eyers en Assar. Zij kozen ervoor de bestaande gebouwen die al vele jaren ongebruikt zijn (waaronder het oude postsorteercentrum), te behouden en te renoveren, aangevuld met een nieuwe hoogbouw aan de kant van de sporen.

Eind 2024

Het is de bedoeling dat de werkzaamheden begin 2022 kunnen beginnen. Tegen eind 2024 zouden circa 4.000 medewerkers van NMBS en dochteronderneming HR Rail (de juridische werkgever van het spoorpersoneel, red.) in de nieuwe hoofdzetel onderdak moeten vinden. Volgens de NMBS zal het samenbrengen van alle directies op één plaats leiden tot meer efficiëntie, die ook de reizigers ten goede zal komen. Het levert ook een kostenbesparing op, omdat ze in totaal minder kantooroppervlakte zal hebben en omdat er minder onderhoud nodig zal zijn. Er komen ook zonnepanelen en warmtepompen.

Deels betalen in “natura” 

De NMBS betaalt een groot deel van de kosten voor de nieuwe hoofdzetel in natura. Het consortium krijgt immers vier sites in handen waar nu nog NMBS-kantoren gevestigd zijn, die ze kunnen ontwikkelen. “De opbrengst uit de verkoop van de vier sites compenseert deels de investering die de ontwikkeling van de nieuwe hoofdzetel, waarvan NMBS eigenaar blijft, vertegenwoordigt”, zo staat nog te lezen in een persbericht van de spoorwegmaatschappij.