Jan Boots is Limburger en heeft met CityD-WES zijn eigen bureau die steden en gemeenten overal in Vlaanderen bijstaat om de handelskern te versterken. Hij kent ondertussen het klappen van de zweep want in tal van Vlaamse steden zette hij als centrummanager al voet aan wal. “Dat maakt het mogelijk om te vergelijken”, zegt Jan Boots. “Ik merk dat Hallenaren vaak negatief uit de hoek kunnen komen als het gaat over de leegstand in de winkelstraten. Er zijn inderdaad wel werkpunten, zoals de terugkerende wateroverlast, maar anderzijds doet Halle het helemaal niet zo slecht als veel mensen hier wel lijken te denken. Ik vind zelfs dat Halle zich de voorbije coronaperiode bijzonder weerbaar heeft getoond.”
Halle telt vandaag 366 handelszaken op zijn grondgebied waarvan er 220 gelegen zijn in de binnenstad. Van die 220 winkels staan er momenteel een twintigtal leeg. “Maar dat betekent ook dat er zo’n tweehonderd winkels in de historische binnenstad wel actief zijn. Hiermee scoort Halle zeker niet slechter dan het Vlaams gemiddelde. Wie denkt dat de commerciële activiteiten enkel in Halle te lijden kregen onder de e-commerce en de coronacrisis heeft het verkeerd voor.”
Scholenstad
“Halle heeft onmiskenbaar troeven die elders ontbreken of toch veel minder uitgesproken zijn”, zegt Jan Boots. “Er is de goede ligging met een ruim hinterland. Halle is een scholenstad, een stad met veel zorginstellingen en toch ook heel wat bedrijven. Dat brengt leven met zich mee. Net daarom willen veel mensen hier wonen. Ook het budget die de stad Halle voorziet voor de handelaars is best ok. Sommige grotere steden moeten het vaak met veel minder doen. Ik heb de Hallenaren leren kennen als mensen met een sterke ondernemingszin, een trekje dat historisch is gegroeid. Het spreekt boekdelen dat we voor de wedstrijd ‘win je winkel’ niet minder dan 41 dossiers binnenkregen, waarvan de meeste stevig onderbouwd waren.”
Wat is er dan nodig om van Halle opnieuw een bruisend winkelcentrum te maken? “Het aanbod en de diversiteit aan winkels zou nog wat mogen verruimen. Daarom zijn we ook blij dat we binnenkort vier jonge ondernemers een jaar lang de kans geven hun eigen nieuwe winkel uit te proberen. En ook diegenen die niet in de prijzen vielen, willen we wel verder begeleiden”, zegt Jan Boots.”
Oude panden
“Maar volgens mij ligt een belangrijk deel van het probleem in de leeftijd van veel winkelpanden. Sommige winkels zijn vijftig jaar blijven stilstaan wat infrastructuur betreft”, zegt Jan Boots. “De stad heeft gezorgd voor mooie nieuwe winkelstraten. Nu is het ook aan de eigenaars om zelf hun deel van het werk te doen en er voor te zorgen dat hun leegstaande winkels aantrekkelijk zijn voor huurders. De manier van een winkel open houden is hierbij totaal anders dan dertig jaar geleden. Vlug even in de soep roeren terwijl er iemand in de winkel staat te wachten, dat is niet meer van vandaag. Handelaars wonen niet meer in hun winkel. In die zin zijn projecten als de nieuwbouw op de hoek van de Basiliekstraat en de Vuurkruisenstraat een zegen omdat ze een nieuwe dynamiek in de stad zullen brengen. Wonen gebeurt vandaag in apart bereikbare appartementen boven de winkels en ook hier is nog werk aan de winkel.”
En ook de wateroverlast en de bereikbaarheid zijn een uitdaging voor het stadsbestuur. “Een stad die minder bereikbaar wordt, kan plots het evenwicht helemaal onderuit halen”, besluit Jan Boots.