De cafés in Leuven die al vier jaar het rookverbod bekampen, krijgen steun uit onverwachte hoek. Het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) erkent dat roken in cafés niet mag maar toont begrip voor de overtredingen omdat de horeca het financieel al zo lastig heeft. En Horeca Vlaanderen wijst erop dat een overtreding op het rookverbod altijd gebeurt door twee partijen: het is de klant die een sigaret opsteekt en de uitbater die het oogluikend toelaat.
Het NSZ vindt dat het rookverbod in de horeca gerespecteerd moet worden. “Maar we zijn niet blind voor de realiteit: acht op tien caféklanten zijn rokers, zo bleek voor de introductie van het rookverbod”, zegt voorzitster Christine Mattheeuws. “En het is niet zo dat niet-rokers nu massaal op café gaan of dat de overheid met compensatiemaatregelen over de brug is gekomen.” Daarom pleit de ondernemersorganisatie voor een structureel plan voor de horeca met een btw-verlaging naar zes procent voor voeding en drank en een voortgezette loonlastenverlaging.
Voor Horeca Vlaanderen is het tijd om de bladzijde om te slaan. “De overgrote meerderheid van de cafés heeft zich in regel gesteld. Voor een eerlijke concurrentie moet iedereen zich aan dezelfde regels houden. Het rookverbod geldt voor iedereen. Het is de taak van de overheid om hierop toe te zien”, zegt Danny Van Assche, afgevaardigd bestuurder van Horeca Vlaanderen.
De eindverantwoordelijkheid ligt volgens Van Assche bij de cafébaas maar de vraag om te mogen roken komt van de klant. “Bij de invoering van het rookverbod werd streng gecontroleerd, maar de consument werd niet betrokken. We wachten op de eerste campagne om de caféklant te informeren en te sensibiliseren. Om tot een volledig rookvrije horeca te komen is een dergelijke sensibiliseringscampagne noodzakelijk.”