Voor de verandering geen negatief socio-economisch nieuws bij Bosch. De ruitenwisserfabrikant in Tienen gaat in 2016 de productievolumes verhogen. De ironie wil dat het bedrijf daarvoor interimkrachten moet inschakelen. Voor gespecialiseerde taken gaat het zelfs op zoek naar externe firma’s.
Door de verhoging van de productievolumes komt Bosch in de problemen met de uitvoering van het sociaal plan voor de herstructurering die het bedrijf in de zomer van 2014 aankondigde. In het kader van die herstructurering moeten gefaseerd 304 mensen gefaseerd vertrekken tegen 2020.
De directie ging akkoord om het swt-stelsel van bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen) al vanaf 53 jaar in te voeren. Hiervoor komen 170 werknemers in aanmerking. Voor de overheid toelating geeft, moet twintig procent van alle werknemers aangeven dat ze voor eind 2017 het bedrijf zullen verlaten. Dat komt neer op 238 personen.
De deadline om zich hiervoor op te geven is eigenlijk al verlopen, maar werd verlengd tot 15 januari. Momenteel staat de teller op 225 mensen. Door de intentie van stijgende productievolumes kan Bosch plots niemand meer missen. De voorbije weken gingen alweer 170 interims aan de slag. De directie wil dat aantal volgend jaar verhogen tot tweehonderd.
Voor meer gespecialiseerd werk zoals het herstel van machines moet Bosch gaan aankloppen bij externe firma’s. Meer dan vijftig machineherstellers hebben zich namelijk kandidaat gesteld om te vertrekken. De vakbonden verzetten zich tegen de komst van externe firma’s omdat dat een risico inhoudt voor verlies van knowhow.
