Extraqt De bewoners, stad, Vlaamse Overheid en projectleider Stijn De Jonge zien dit als een voorbeeldproject voor Vlaanderen.

Belgische primeur: Leuvens bedrijf Extraqt verwarmt appartementsgebouw met water uit de Dijle via aquathermie

In het centrum van Leuven wordt het appartementsgebouw ‘Dijlemolens’ sinds kort verwarmd met de warmte die uit de rivier de Dijle komt. Dat werd mede mogelijk gemaakt door Exaqt, een Leuvens bedrijf dat gespecialiseerd is in aquathermie als warmtepomptechnologie. Het is de eerste keer in België dat een residentieel complex op die manier, met aquathermie, verwarmd is kunnen worden.

In 1985 werd het oude molengebouw boven de Dijle omgebouwd tot het complex met 35 appartementen, enkele horeca- en handelzaken en kantoren, dat er vandaag staat. Bij die verbouwing werd de buitengevel al voorzien van een isolatielaag: daardoor ligt de gemiddelde energievraag beduidend lager in vergelijking met gebouwen die in dezelfde periode opgetrokken zijn. Die lagere vraag, en de gunstige ligging van het gebouw, maakten het project mogelijk. Het gebouw ligt pal boven de Dijle: daardoor konden testen gebeuren met aquathermie, een techniek waarbij warmte om gebouwen te verwarmen uit oppervlaktewater getrokken wordt.

Water van de Dijle wordt opgepompt, gefilterd, en passeert een warmtewisselaar, die de warmte uit het water onttrekt. Die warmte wordt doorgegeven aan het water dat door de chauffages van de bewoners zal lopen. Een warmtepomp verhoogt de temperatuur van dat water eerst nog tot een bruikbare temperatuur van 42 graden Celcius. Bewoners hebben hun verwarmingsinstallatie in hun appartementen dus niet moeten aanpassen: de nieuwe technieken zijn aangekoppeld aan de bestaande chauffages.

Het rivierwater wordt meteen nadat het door de warmtewisselaar is gestroomd, opnieuw in de Dijle geloosd. Door het proces is het geloosde Dijlewater 3 graden Celcius minder warm. Maar omwille van de kleine hoeveelheid water die opgepompt wordt in vergelijking met het volledige debiet van de rivier, is er geen impact op de rivier zelf.

Als back-up is er in het gebouw wel nog steeds een gasketel aanwezig. “80 à 90 procent van de warmte zullen we wel volledig via de aquathermie-installatie kunnen realiseren. Daarmee realiseren we een vermindering van 42 procent in de CO2-uitstoot van het gebouw”, vertelt Stijn De Jonge, mede-oprichter van Extraqt, het bedrijf dat mee instaat voor de installatie. “De technologie heeft een enorm potentieel: alleen al in Leuven zouden we meer dan 300 soortgelijke projecten als de Dijlemolens kunnen opzetten, en dan is de Dijle nog niet verzadigd.”

Half november is de installatie een eerste keer uitgetest. Nu de laatste technische kleinigheidjes opgelost zijn, is het systeem volledig in gebruik. Het project heeft een subsidie gekregen van 283.000 euro van de Vlaamse overheid in het kader van de oproep ‘Groen en blauw in de stad’.
Voor Leuven betekent het project een nieuwe inspiratiebron om in te zetten op duurzame warmte. “60 procent van de CO2-uitstoot in onze stad komt van gebouwen. Het leeuwendeel daarvan heeft met verwarming te maken”, vertelt schepen van Klimaat en Duurzaamheid David Dessers (Groen). “Er ligt nog heel veel werk op de plank om dat te verduurzamen. Aquathermie kan daarbij helpen, en er zijn nog heel wat mogelijkheden in de stad.”

Een andere locatie in Leuven waar bekeken wordt of aquathermie een optie is, is de Marie Thumassite aan de Vaart. De warmte van het water uit de Vaart zou dan gebruikt worden. Er wordt overigens ook onderzocht of er meer warmte gegenereerd kan worden dan er nood aan is op de site zelf: via een energiecentrale en warmtenetten zou zo ook de bredere buurt verzorgd kunnen worden.