Themabeeld vakantiedagen

Belg heeft gemiddeld 28,5 vakantiedagen per jaar, leerkrachten spannen de kroon

De Belg heeft gemiddeld 28,5 vakantiedagen per jaar. Leerkrachten spannen de kroon met ruim 41 vakantiedagen, wie in de horeca werkt, moet het rooien met minder dan 22 dagen. Dat blijkt uit het Salariskompas, de online bevraging van werknemers van Jobat.

In totaal werden sinds 1 januari 2024 bijna 30.000 werknemers bevraagd over hun vakantiedagen via Salariskompas, waarmee arbeiders, bedienden en ambtenaren sinds 2017 hun loon en extralegale voordelen kunnen vergelijken met die van andere Belgen.

Daaruit blijkt dat het gemiddeld aantal vakantiedagen al jaren gelijk ligt, rond de 28 dagen, met dit jaar een lichte groei tot 28,5. Mannen hebben gemiddeld iets meer vakantiedagen dan vrouwen, respectievelijk 28,73 en 28,05 per jaar. De verklaring daarvoor is vooral dat meer vrouwen deeltijds werken.

Oudere werknemers hebben ook meer vakantiedagen dan hun jongere collega’s. Zo hebben 18- tot 25-jarigen er gemiddeld 25,65 en 46- tot 55-jarigen 29,54. Wat ondernemingsgrootte betreft, blijkt al jaren hetzelfde: hoe groter het bedrijf, hoe meer vakantiedagen. Wie in een bedrijf werkt met minder dan tien werknemers, heeft er 23,20. In bedrijven met meer dan duizend werknemers zijn dat er 31,76.

Cliché

Een vaak gehoord cliché blijkt te kloppen volgens het Salariskompas: leerkrachten hebben het meeste vakantiedagen per jaar met een gemiddelde van 41,12 dagen – al was dat in 2020 nog 44. Ter vergelijking: in de horeca hebben werknemers gemiddeld slechts recht op 21,71 dagen per jaar, oftewel net geen 2 dagen bovenop het wettelijke minimum van 20 vakantiedagen per jaar voor wie 5 dagen per week werkt. Voor 6 dagen werken per week is het minimum 24 vakantiedagen.