Communicatiebureau Bridgeneers, dat al huist op verdiepingen 2 en 6 van de Remytoren, kocht nu ook de bovenste verdiepingen van tv-maker Karl Symons. Het bedrijf heeft innovatieve plannen met de nieuwe ruimte: later dit jaar opent er een nieuw type kantoor: het ‘open office’, een combinatie van een andere kijk op invulling, HR en inrichting.
Inspiratie en interactie
Vroeger kwam je naar kantoor om te werken, nu voor inspiratie en interactie. Dat is in een notendop het uitgangspunt voor de Bridgeneers met de ‘open office’. “Werk kan je overal doen, da’s wel bewezen. Waarom zou je nog naar kantoor komen? De meerwaarde ligt in interactie en inspiratie”, stelt Ronny Schildermans, stichter en creatief directeur: “En die meerwaarde is gigantisch, zeker voor een creatief communicatiebureau. Daarom deze forse investering.”
Gasten zijn welkom
“En die inspiratie kan van overal komen.” gaat Ronny Schildermans verder, “de boel afsluiten, is het tegenovergestelde. We organiseerden vroeger al events met stand-up comedy en jong muziektalent, maar dit gaat een heel eind verder. Onze kantoren zijn niet enkel voor onze eigen mensen. Gasten zijn welkom. Ook klanten kunnen hier komen, zomaar, zonder dat het over hun project gaat. Verder gaan we onze band met Wijgmaal en Leuven, met bedrijven, verenigingen en inwoners nog versterken.”
Nieuw HR-beleid
Het sluitstuk van het kantoor van de toekomst is een totaal nieuw HR-beleid bij Bridgeneers. Thuiswerk, of ‘waar-dan-ook-werk’ is standaard. Vertrouwen staat centraal: werknemers organiseren hun werk zoals het hen uitkomt, zolang ze rekening houden met klanten en collega’s. De Bridgeneers komen enkel naar kantoor als een fysieke bijeenkomst nodig is voor het project. En dus voor inspiratie. “Ze kunnen trouwens niet wachten om te komen. Deze coronatoestand is eindig. Het verlangen naar inspiratie en verbinding niet.” luidt het nog. Om iedereen in optimale omstandigheden te ontvangen, krijgt de ruime qua inrichting een spreekwoordelijke schop onder de kont.
Bij Bridgeneers werken 65 mensen.
